Onderwijs in de gemeente Hingene
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER

NIEUWE GEMEENTELIJKE JONGENSSCHOOL EIKEVLIET (1936-1975)

De aanbesteding voor het bouwen van een nieuwe school werd goedgekeurd in zitting van 18 oktober 1936 en werd toegewezen aan Theofiel Segers , voor de prijs van 146.938 frank. Voor dit werk werden 60% subsidies voorzien, de resterende 40% werd geleend bij het Gemeentekrediet van België met een looptijd van deels 60 jaar en deels op 5 jaar. Deze nieuwe school was voorzien van twee klassen en bezat een afgesloten en geplaveide koer. Architect Ernest Lamot , ontwierp ook het gemeentehuis van Hingene (1938), had op 3 april 1937 een plan ingediend met een bestek van 8.400 frank voor het bouwen van een keuken aan de onderwijzerswoning. In zitting van 18 september werd dit plan/bestek goedgekeurd. In zitting van 18 oktober 1937 werd Theofiel Segers uit Hingene aangesteld als aannemer voor het bouwen van een nieuwe gemeentelijke jongensschool. De werken startten op maandag 29 november 1937 en hadden normaal beëindigd moeten zijn op 29 mei 1938. Maar op 16 maart 1938 werden de werken vertraagd omdat een deel (133m²), voor het bouwen van het lokaal voor medisch schooltoezicht nog niet onteigend was. De spoedonteigening die normaal 6 weken duurde werd door de gemeente aangevraagd, maar door omstandigheden werd de spoedonteigening pas op 14 mei doorgevoerd. Op 7 juni is de aannemer terug aan de werken kunnen starten nadat de onteigening betaald werd. De werken eindigden op 30 juli 1938. In zitting van 5 februari 1938 werd de vraag van Clement Verbruggen voor het bouwen van een pomphuis aan de onderwijzerswoning, positief beantwoord. Op 6 oktober 1941 meldde Mathilde Mees dat zij drie maanden afwezig zou zijn wegens ziekte. Zij kreeg haar eervol ontslag op 30 november 1941. Ze werd tijdelijk vervangen door Jozef Langbeen die in dienst kwam op 7 oktober 1941. Dit was de laatste aanstelling van een onderwijzer door het gemeentebestuur in de oorlog. Vanaf 1 januari 1942 werden de benoemingen in het gemeentelijk onderwijs gedaan door een daartoe opgerichte ‘ Tijdelijke commissie voor Onderwijsaangelegenheden ’. Op 15 maart 1942 benoemde deze commissie Gaston Van Vracem tot onderwijzer te Eikevliet. Wanneer de bezetter het land uitgejaagd werd door de geallieerden werden alle commissies ’, die in het leven waren geroepen door de bezetter, met onmiddellijke ingang opgeheven. Met een schrijven van 11 september 1944 werd Gaston Van Vracem ontslagen door de gouverneur van de provincie Antwerpen en dit met ingang van 4 september 1944, de dag van de bevrijding. Gustaaf De Clercq werd tot waarnemend onderwijzer aangesteld op 18 september 1945. Hij werd op 1 december 1945 vast benoemd. Op 20 oktober 1949 werd Celina Spiessens (°24/5/1908 + 20/9/1986) aangesteld als kuisvrouw van de gemeentelijke jongensschool. Op de gemeenteraad van 9 november 1950 werd besloten om met ingang van 4 december 1950 een 3de klas te erkennen mits men de 4de graad inrichtte. Dit was in vervanging van de -met ingang van het schooljaar 1950-1951 -voorlopig afgeschafte vierde klas van de jongensschool van Hingene. Men kon pas overgaan tot de benoeming van een onderwijzer als de school van Eikevliet voorzag in een volwaardig klaslokaal. Als overgangsmaatregel werd deze 3de klas ingericht in het lokaal voor het medisch schooltoezicht en werd Alfons De Coninck als voorlopige onderwijzer aangesteld. Door architecten Ernest Lamot en Beeckmans werd een plan ontworpen voor het bouwen van het 3de klaslokaal bovenop het bestaande schoolgebouw. De kostenraming bedroeg 491.153,63 frank. Het bleef echter bij plannen. Op 24 november 1954 barstte een tweede schoolstrijd los. De grote knelpunten waren de besnoeiingen ten nadele van het vrij onderwijs en het ontslaan van een aantal leerkrachten met een diploma van het vrij onderwijs die in het officiële onderwijs tewerkgesteld waren. De geestelijkheid en de vakverenigingen coördineerden een staking, met als gevolg dat in de meeste vrije scholen weinig of geen leerlingen kwamen opdagen. Door de wet van 27 juli 1955 voerde men in de rijksscholen de vrije keuze in tussen godsdienst en zedenleer. In de vrije scholen zou de staat enkel nog instaan voor de wedden van het personeel. Men ontnam de gemeente het recht om deze scholen te subsidiëren. Het ‘schoolpact’ van 16 november 1958 was voor de drie grote partijen ( CVP, BSP en de Liberale Partij ) een aanvaardbare oplossing. In grote lijnen omvatte het ‘schoolpact’ volgende belangrijke punten: 1) er zal steun gegeven worden aan alle erkende onderwijsvormen 2) de vrije keuze van het gezinshoofd, die kiest voor een school op redelijke afstand van de woonplaats impliceert het gratis onderwijs en een onbeperkt uitbreidingsrecht van de officiële scholen en een recht van subsidie voor de vrije scholen. Schoolhoofd Clement Verbruggen ontving in 1957 het ereteken Gouden Palmen der Kroonorde en het Burgerlijk Kruis 1ste klas ’. Clement Verbruggen ging met pensioen op 1 december 1957. Op dezelfde dag stelde de gemeenteraad Gustaaf De Clercq aan als tijdelijk schoolhoofd en Julien Maes als voorlopig onderwijzer. Op 1 maart 1958 werd Julien Maes aangesteld tot onderwijzer in de gemeentelijke school. In 1968 werd de gemeentelijke jongensschool geschilderd. Kostprijs 65.808 frank. Bij gebrek aan een school gingen de lagere schoolmeisjes van 1971 tot 1975 naar de gemeentelijke jongensschool van het dorp. Veel ouders vonden de graadklassen, waar twee of drie leerjaren bij elkaar zitten en onderwezen werden door één onderwijzer, geen deugdelijk systeem en stuurden hun kinderen naar de ‘grote’ scholen van Puurs of Bornem. In die periode was het aantal leerlingen belangrijk voor het behouden van een klas. Om drie klassen te mogen organiseren moest men 55 leerlingen tellen. Om dit getal te verzekeren werden er initiatieven genomen: naschoolse Franse les, huisbezoeken, enz. Met ingang van 1 januari 1972 werden volgende facultatieve toelagen toegekend aan het onderwijs: zwemsportbeoefening in het zwembad van Temse, middagmaalbewaking en naschoolse taallessen

AFSCHAFFING VAN DE GEMEENTELIJKE SCHOOL

Net als de andere gemeentelijke scholen werd er besloten, op de gemeenteraadszitting van 19 september 1975, af te schaffen wegens gebrek aan leerlingen. Ook de gemeentelijke jongensschool van Eikevliet werd niet gespaard. Voor het oude schoolgebouw van de jongensschool is er begin september 1999 een gratis erfpachtovereenkomst gesloten tussen het gemeentebestuur en de bouwmaatschappij Gezellige Woningen. Er werden 5 huizen gebouwd op basis van een huurovereenkomst. (Bron: Van Eycke Tot Eikevliet, Danny Polfliet, Jaarboek Van De Vereniging Voor Heemkunde In Klein-Brabant Vzw, Jaargang 43, 2008)
Voorgevel nieuwe Gemeenteschool te Eikevliet