NIEUWE GEMEENTELIJKE JONGENSSCHOOL EIKEVLIET (1936-1975)
De
aanbesteding
voor
het
bouwen
van
een
nieuwe
school
werd
goedgekeurd
in
zitting
van
18
oktober
1936
en
werd
toegewezen
aan
Theofiel
Segers
,
voor
de
prijs
van
146.938
frank.
Voor
dit
werk
werden
60%
subsidies
voorzien,
de
resterende
40%
werd
geleend
bij
het
Gemeentekrediet van België
met een looptijd van deels 60 jaar en deels op 5 jaar.
Deze
nieuwe
school
was
voorzien
van
twee
klassen
en
bezat
een
afgesloten
en
geplaveide
koer.
Architect
Ernest
Lamot
,
ontwierp
ook
het
gemeentehuis
van
Hingene
(1938),
had
op
3
april
1937
een
plan
ingediend
met
een
bestek
van
8.400
frank
voor
het
bouwen
van
een
keuken aan de onderwijzerswoning. In zitting van 18 september werd dit plan/bestek goedgekeurd.
In
zitting
van
18
oktober
1937
werd
Theofiel
Segers
uit
Hingene
aangesteld
als
aannemer
voor
het
bouwen
van
een
nieuwe
gemeentelijke
jongensschool.
De
werken
startten
op
maandag
29
november
1937
en
hadden
normaal
beëindigd
moeten
zijn
op
29
mei
1938.
Maar
op
16
maart
1938
werden
de
werken
vertraagd
omdat
een
deel
(133m²),
voor
het
bouwen
van
het
lokaal
voor
medisch
schooltoezicht
nog
niet
onteigend
was.
De
spoedonteigening
die
normaal
6
weken
duurde
werd
door
de
gemeente
aangevraagd,
maar
door
omstandigheden
werd
de
spoedonteigening
pas
op
14
mei
doorgevoerd.
Op
7
juni
is
de
aannemer
terug
aan
de
werken
kunnen
starten
nadat
de
onteigening betaald werd. De werken eindigden op 30 juli 1938.
In
zitting
van
5
februari
1938
werd
de
vraag
van
Clement
Verbruggen
voor
het
bouwen
van
een
pomphuis
aan
de
onderwijzerswoning,
positief beantwoord.
Op
6
oktober
1941
meldde
Mathilde
Mees
dat
zij
drie
maanden
afwezig
zou
zijn
wegens
ziekte.
Zij
kreeg
haar
eervol
ontslag
op
30
november
1941.
Ze
werd
tijdelijk
vervangen
door
Jozef
Langbeen
die
in
dienst
kwam
op
7
oktober
1941.
Dit
was
de
laatste
aanstelling
van
een
onderwijzer
door
het
gemeentebestuur
in
de
oorlog.
Vanaf
1
januari
1942
werden
de
benoemingen
in
het
gemeentelijk
onderwijs
gedaan door een daartoe opgerichte ‘
Tijdelijke commissie voor Onderwijsaangelegenheden
’.
Op
15
maart
1942
benoemde
deze
commissie
Gaston
Van
Vracem
tot
onderwijzer
te
Eikevliet.
Wanneer
de
bezetter
het
land
uitgejaagd
werd
door
de
geallieerden
werden
alle
‘
commissies
’,
die
in
het
leven
waren
geroepen
door
de
bezetter,
met
onmiddellijke
ingang
opgeheven.
Met
een
schrijven
van
11
september
1944
werd
Gaston
Van
Vracem
ontslagen
door
de
gouverneur
van
de
provincie
Antwerpen en dit met ingang van 4 september 1944, de dag van de bevrijding.
Gustaaf De Clercq
werd tot waarnemend onderwijzer aangesteld op 18 september 1945. Hij werd op 1 december 1945 vast benoemd.
Op 20 oktober 1949 werd
Celina Spiessens
(°24/5/1908 + 20/9/1986) aangesteld als kuisvrouw van de gemeentelijke jongensschool.
Op
de
gemeenteraad
van
9
november
1950
werd
besloten
om
met
ingang
van
4
december
1950
een
3de
klas
te
erkennen
mits
men
de
4de
graad
inrichtte.
Dit
was
in
vervanging
van
de
-met
ingang
van
het
schooljaar
1950-1951
-voorlopig
afgeschafte
vierde
klas
van
de
jongensschool
van
Hingene.
Men
kon
pas
overgaan
tot
de
benoeming
van
een
onderwijzer
als
de
school
van
Eikevliet
voorzag
in
een
volwaardig
klaslokaal.
Als
overgangsmaatregel
werd
deze
3de
klas
ingericht
in
het
lokaal
voor
het
medisch
schooltoezicht
en
werd
Alfons
De Coninck
als voorlopige onderwijzer aangesteld.
Door
architecten
Ernest
Lamot
en
Beeckmans
werd
een
plan
ontworpen
voor
het
bouwen
van
het
3de
klaslokaal
bovenop
het
bestaande
schoolgebouw. De kostenraming bedroeg 491.153,63 frank. Het bleef echter bij plannen.
Op
24
november
1954
barstte
een
tweede
schoolstrijd
los.
De
grote
knelpunten
waren
de
besnoeiingen
ten
nadele
van
het
vrij
onderwijs
en
het
ontslaan
van
een
aantal
leerkrachten
met
een
diploma
van
het
vrij
onderwijs
die
in
het
officiële
onderwijs
tewerkgesteld
waren.
De
geestelijkheid
en
de
vakverenigingen
coördineerden
een
staking,
met
als
gevolg
dat
in
de
meeste
vrije
scholen
weinig
of
geen
leerlingen
kwamen opdagen.
Door
de
wet
van
27
juli
1955
voerde
men
in
de
rijksscholen
de
vrije
keuze
in
tussen
godsdienst
en
zedenleer.
In
de
vrije
scholen
zou
de
staat
enkel
nog
instaan
voor
de
wedden
van
het
personeel.
Men
ontnam
de
gemeente
het
recht
om
deze
scholen
te
subsidiëren.
Het
‘schoolpact’ van 16 november 1958 was voor de drie grote partijen (
CVP, BSP en de Liberale Partij
) een aanvaardbare oplossing.
In grote lijnen omvatte het ‘schoolpact’ volgende belangrijke punten:
1) er zal steun gegeven worden aan alle erkende onderwijsvormen
2)
de
vrije
keuze
van
het
gezinshoofd,
die
kiest
voor
een
school
op
redelijke
afstand
van
de
woonplaats
impliceert
het
gratis
onderwijs en een onbeperkt uitbreidingsrecht van de officiële scholen en een recht van subsidie voor de vrije scholen.
Schoolhoofd
Clement
Verbruggen
ontving
in
1957
het
ereteken
‘
Gouden
Palmen
der
Kroonorde
en
het
Burgerlijk
Kruis
1ste
klas
’.
Clement
Verbruggen
ging
met
pensioen
op
1
december
1957.
Op
dezelfde
dag
stelde
de
gemeenteraad
Gustaaf
De
Clercq
aan
als
tijdelijk
schoolhoofd
en
Julien
Maes
als
voorlopig
onderwijzer.
Op
1
maart
1958
werd
Julien
Maes
aangesteld
tot
onderwijzer
in
de
gemeentelijke school.
In 1968 werd de gemeentelijke jongensschool geschilderd. Kostprijs 65.808 frank.
Bij
gebrek
aan
een
school
gingen
de
lagere
schoolmeisjes
van
1971
tot
1975
naar
de
gemeentelijke
jongensschool
van
het
dorp.
Veel
ouders
vonden
de
graadklassen,
waar
twee
of
drie
leerjaren
bij
elkaar
zitten
en
onderwezen
werden
door
één
onderwijzer,
geen
deugdelijk
systeem
en
stuurden
hun
kinderen
naar
de
‘grote’
scholen
van
Puurs
of
Bornem.
In
die
periode
was
het
aantal
leerlingen
belangrijk
voor
het
behouden
van
een
klas.
Om
drie
klassen
te
mogen
organiseren
moest
men
55
leerlingen
tellen.
Om
dit
getal
te
verzekeren
werden
er
initiatieven genomen: naschoolse Franse les, huisbezoeken, enz.
Met
ingang
van
1
januari
1972
werden
volgende
facultatieve
toelagen
toegekend
aan
het
onderwijs:
zwemsportbeoefening
in
het
zwembad
van Temse, middagmaalbewaking en naschoolse taallessen
AFSCHAFFING VAN DE GEMEENTELIJKE SCHOOL
Net
als
de
andere
gemeentelijke
scholen
werd
er
besloten,
op
de
gemeenteraadszitting
van
19
september
1975,
af
te
schaffen
wegens
gebrek
aan
leerlingen.
Ook
de
gemeentelijke
jongensschool
van
Eikevliet
werd
niet
gespaard.
Voor
het
oude
schoolgebouw
van
de
jongensschool
is
er
begin
september
1999
een
gratis
erfpachtovereenkomst
gesloten
tussen
het
gemeentebestuur
en
de
bouwmaatschappij Gezellige Woningen. Er werden 5 huizen gebouwd op basis van een huurovereenkomst.
(Bron: Van Eycke Tot Eikevliet, Danny Polfliet, Jaarboek Van De Vereniging Voor Heemkunde In Klein-Brabant Vzw, Jaargang 43, 2008)
Voorgevel nieuwe Gemeenteschool te Eikevliet