GEMEENTELIJKE JONGENSSCHOOL HINGENE-CENTRUM (1864-1976)
De
gemeenteschool
en
het
onderwijzershuis
van
Hingene
zijn
gebouwd,
naar
het
ontwerp
van
provinciaal
architect
Joseph
Schadde,
in
1866.
De
bouw
van
een
galerij
(
zijde
Louis
Segersstraat
),
bergplaats
en
pompplaats
werden,
naar
het
ontwerp
van
Edward
Careels,
gebouwd
in
1904.
De
school
had
oorspronkelijk
slechts
één
bouwlaag,
maar
werd
in
1921
uitgebreid
met
twee
nieuwe
klassen
boven
op
de bestaande.
De architecten van de school
Joseph
Schadde
werd
geboren
in
Antwerpen
op
3
augustus
1818,
alwaar
hij
ook
overleed
in
1894.
Hij
studeerde
aan
de
Academie
van
Antwerpen,
waar
hij
nadien
zelf
leraar
werd.
Zo
gaf
hij
les
aan
andere
grote
architecten
in
wording
zoals
onder
andere
aan
Oscar
De
Breuck
en
Leonard
Blomme
.
Tot
zijn
realisaties
behoren
de
Handelsbeurs
van
Antwerpen,
de
Sint-Martinuskerk
in
Duffel
en
hij
nam
ook
nog
de
restauratiewerken
aan
de
Onze-Lieve-Vrouwe-kathedraal
in
Antwerpen
voor
zijn
rekening.
De
heer
Schadde
was,
tussen
1853
tot
1869, werkzaam als architect voor de provincie Antwerpen en bouwde een vijftigtal kastelen in België.
Architect
Edward
Careels
werd
geboren
te
Lier
op
3
februari
1857
en
overleed
er
in
1933.
Hij
begon
zijn
loopbaan
als
klerk-tekenaar
bij
de
provincie
Antwerpen
en
werd
later
conducteur.
In
1879
behaalde
hij
de
eerste
prijs
uitmuntendheid
in
de
civiele
architectuur
aan
de
Koninklijke
Academie
voor
Schone
Kunsten
van
Antwerpen
nadat
hij
reeds
een
hele
reeks
eerste
prijzen
in
diverse
vakgebieden
in
de
wacht
had
gesleept.
In
1899
werd
hij
provinciaal
bouwmeester
tot
1929,
waarna
hij
nog
als
waarnemend
bouwmeester
in
dienst
bleef
tot
hij
in
1930
opgevolgd
werd
door
zijn
zoon
Gustaaf
Careels
(
Lier
1896
–
1975)
.
In
1893
werd
hij
aangesteld
als
leraar
boetseerkunst
aan
de
Stedelijke
Academie
voor
Schone
Kunsten
te
Lier,
waar
hij
in
1920
tot
directeur
werd
benoemd.
Ook
deze
functie
bekleedde
hij
tot
zijn
pensioen.
Vanaf
1920
was
hij
lid
van
de
Commissie
voor
Monumenten
van
het
bisdom
Mechelen.
Vader
en
zoon
Careels
lieten
een
indrukwekkend
architecturaal
oeuvre
na,
doch
in
een
ruimtelijk
erg
geconcentreerde
context.
Hun
overheidsopdrachten
beperkten
zich
tot
de
provincie
Antwerpen
en
meer
bepaald
tot
het
arrondissement
Mechelen.
Privé
zijn
ze
vooral
in
hun
geboortestad
Lier
werkzaam
geweest,
hoewel
het
complex
van
de
ursulinen
in
Onze-Lieve-Vrouw-Waver,
met
onder
meer
de
kerk,
uitbreidingen
en
herstellingen
ook
een grootse realisatie is.
Geschiedenis van de “jongensschool”
Paulus
Augustynen
,
benoemd
op
3
december
1864,
was
de
eerste
onderwijzer.
Vooraleer
de
bouw
van
deze
nieuwe
school
op
‘den
Dries’
voltrokken
was,
onderwees
hij
in
een
gebouw
op
de
kouter
dat
tevens
als
zondagsschool
dienst
deed.
Meester
Augustynen
overleed
in 1872 en werd opgevolgd door
Emiel Jordens
, die even, in 1884, als onderwijzer in de gemeenteschool van Wintam aangesteld werd.
Frans
Mees
geeft
zijn
ontslag
als
onderwijzer
en
gaat
aan
de
slag
als
zeepzieder
in
zijn
eigen
bedrijf
te
Eikevliet.
Een
zeepzieder
maakte
zeep
uit
natuurlijke
vetten
zoals
reuzel,
boter,
levertraan,
hennepolie,
lijnolie,
raapolie
of
een
mengsel
van
die
oliën.
Hij
werd
opgevolgd
door
Leo-Antoon
De
Brabander
,
hij
studeerde
af
aan
de
Normaalschool
te
Sint-Niklaas
en
was
nog
onderwijzer
geweest
in
Dendermonde.
Hij
had
dus
goede
referenties
die
hij
kon
voorleggen.
In
de
zomermaanden
geeft
De
Brabander
les
aan
ongeveer
zeventig
leerlingen
en
in
de
wintermaanden
kon
dit
oplopen
tot
honderd
leerlingen.
Deze
werden
allemaal
ondergebracht
in
één
klaslokaal!!
De
gemeente
achtte
toen
dat
een
hulponderwijzer
niet
nodig
was.
De
Brabander
kon
die
taak
wel
aan,
zo
was
de
mening
van
de
gemeentefunctionarissen.
De
katholieke
jongensschool,
die
aangenomen
was
door
de
gemeente
en
gevestigd
is
in
de
vroegere
gemeenteschool
op
den
Dries,
wordt
eind 1896 op vraag van het onderwijzend personeel terug een gemeenteschool.
Uiteindelijk
stelt
de
gemeenteraad
een
hulponderwijzer
aan
en
zo
verschijnt
rond
de
eeuwwisseling
Richard
Augustynen
ten
tonele,
onder
het
waakzame
ook
van
hoofdonderwijzer
De
Brabander.
Echter
geeft
Leo-Antoon
De
Brabander
zijn
ontslag
in
1902,
zodat
Augustynen
deze
taak
op
zich
zal
nemen.
Het
aantal
leerlingen
bedraagt
108
of
meer
dan
50
leerlingen
per
onderwijzer.
Samen
met
hulponderwijzer
Karel
Vermeiren
slagen
ze
er
in
om
alle
leerlingen
van
onderwijs
te
voorzien.
Doordat
de
zeepziederij
van
Frans
Mees
uitdraaide
op
een
fiasco,
ging
hij
in
1886
reeds
terug
aan
de
slag
als
ondermeester
te
Wintam,
maar
zou
rond
de
eeuwwisseling
terugkeren naar de gemeenteschool te Hingene als onderwijzer.
Meester
Edward
De
Smet
,
behaalde
zijn
diploma
aan
de
Normaalschool
van
Sint-Niklaas
in
1924,
neemt
de
taak
van
meester
Augustynen
over
als
schoolhoofd
en
zal
toezien
op
het
werk
van
onderwijzers
Oscar
De
Preytere
,
Wilfried
Van
Ranst
en
zijn
broer
Maurits Van Ranst
. Wilfried behaalde zijn diploma in 1922 aan de Bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas.
Tijdens
het
oorlogsjaar
1941
krijgt
de
gemeentelijke
administratie
ook
de
opdracht
van
de
bezetter
om
erop
te
letten
dat
leerlingen
geen
herkenningstekens
dragen
en
men
verwittigd
de
schooldirecties
erop
toe
te
zien
dat
de
schoolkinderen
geen
‘Duitsvijandige
daden’
stellen.
Met
het
vliegveld
tussen
Hingene
en
Wintam
zal
dit
niet
altijd
zo
evident
zijn.
Eind
1941
krijgen
de
onderwijzers,
van
de
Duitsers,
de
taak
opgelegd
om
de
kinderen
naar
huis
te
begeleiden:
Wilfried
Van
Ranst
zal
de
kinderen
begeleiden
tot
de
Van
Haelenstraat,
tot
aan
het
kruispunt
Van
Kerkchovenstraat-Groenstraat
gaat
Maurits
Van
Ranst
mee,
Oscar
De
Preytere
stapt
mee
naar
het
Heyken
tot
aan
de
woning
van
weduwe
Van
Vracem
en
Edward
De
Smet
stapt
mee
tot
aan
het
kruispunt
Leesterweg-De
Baerdemaekerstraat.
Op
10
mei
1944
moeten
alle
klassen
gesloten
worden
uit
vrees
voor
bombardementen.
De
gemeente
Hingene
was
dan
ook
van
strategisch
belang
met
het
vliegveld
en
het
sas,
zo
dacht
de
bezetter.
Het
geluk
van
de
kinderen
werd
getemperd
door
het
geven
van
voldoende
huistaken
zodat ze voldoende leerstof tot zich konden nemen. In september 1944 kon men terug lesgeven in de school.
Eind
jaren
vijftig
heeft
de
school
vier
klassen.
In
het
vierde
jaar
bewerken
de
jongens,
onder
begeleiding
van
meester
Maurits
Van
Ranst,
hout
en
metaal
in
de
bijgebouwen
van
het
kasteel,
het
Laathof.
Deze
vierde
graad
zal
pas
in
1975
wettelijk
worden
afgeschaft,
alhoewel
er
voor deze laatste graad al jaren geen leerlingen meer kwamen opdagen.
In
1965
heeft
de
‘grote
schoolhoofdenwissel’
plaats
en
wordt
Edward
De
Smet
opgevolgd
door
Louis
Vertongen
.
Meester
Vertongen
was
voordien aan de slag als onderwijzer in Wintam.
Het einde nadert voor de jongensschool
Veel
ouders
vinden
de
graadklassen,
waar
twee
leerjaren
bij
elkaar
zitten
en
onderwezen
worden
door
éénzelfde
onderwijzer,
toch
niet
zo
positief
voor
de
bevordering
van
de
leerlingen
en
sturen
hun
kinderen
naar
de
grotere
scholen
in
Bornem
of
Puurs.
In
die
periode
is
het
aantal
leerlingen
bepalend
voor
het
behouden
van
een
klas.
Voor
drie
klassen
moet
men
vijfenvijftig
leerlingen
tellen;
bij
een
tekort
van
één
leerling
moet
de
derde
klas
het
jaar
erop
wegvallen.
Om
te
voldoen
aan
de
doelstelling
van
het
leerlingenaantal
begon
men
allerlei
initiatieven
op
te
zetten,
zoals
naschoolse
Franse
les,
huisbezoeken
en
ga
zo
maar
door.
Schoolhoofden
Louis
Vertongen
en
Flor
Roskam,
van
de
gemeenteschool
van
Wintam,
maakten
volgende
afspraken:
Als
één
van
de
gemeentescholen
leerlingen
tekort
kwamen,
dan
spraken zij de ouders van bepaalde leerlingen aan om hun kinderen naar Hingene of Wintam te sturen.
Ondanks
de
vele
inspanningen
valt
in
1972
in
de
Hingense
jongensschool
de
derde
klas
van
meester
Fons
Desmedt
weg
en
deze
klas
wordt
overgeheveld
naar
Wintam.
Meester
Fons
krijgt
hiermee
een
extra
taak:
zijn
leerlinge
van
het
vijfde
en
zesde
leerjaar
heen
en
weer
naar
Wintam
vervoeren.
In
het
begin
gebeurde
dit
met
de
auto’s
van
burgemeester
Bogaerts
.
Daarna
koopt
de
gemeente
het
busje
van
wasserij
‘Edelweiss’
aan.
Deze
schoolbus
zou
ook
dienst
doen
als
politiebus
en
is
dus
uitgerust
met
een
zwaailicht.
Menig
leerling
die
met
meester
Fons
meereed
kan
zich
nog
wel
herinneren
dat
men
af
en
toe
het
zwaailicht
even
opzat,
al
mocht
dat
natuurlijk
niet.
Toen
kon
je
nog dergelijke streken uithalen. Even later werd er een echte schoolbus aangeschaft.
Op
de
gemeenteraadszitting
van
19
september
1975
worden
bij
gebrek
aan
voldoende
leerlingen
de
gemeentescholen
van
Hingene,
Wintam
en
Eikevliet
afgeschaft
en
de
leerkrachten,
met
name
Louis
Vertongen
,
Flor
Roskam
,
Fons
Desmedt
,
Celine
De
Wachter
,
Staf
De
Clerck
en
Julien
Maes
mochten
beschikken.
Voor
de
gebouwen
zou
men
nog
een
bestemming
zoeken.
Louis
Vertongen
en
Staf
De
Clerck
gaan in dat jaar met pensioen en de anderen gaan naar het vrije onderwijs.
(Bron: 200 Jaar Onderwijs Te Hingene-Wintam-Eikevliet, Tentoonstellingsbrochure - De Casteleyn Vzw, 1997)
Edward Careels
Zijn loopbaan in overheids-dienst
combineerde hij met een
succesvolle carrière als privé-
architect. Careels was een
bedreven eclecticus die in en om
Lier een groot aantal gebouwen
tot stand bracht in de meest
uiteen-lopende stijlen.
Als provinciaal architect heeft hij
tal van kerken hersteld, vergroot
of gebouwd. Hij ontwierp ook een
aantal scholen en
gemeentehuizen. In zijn eigen
stad werkte hij zijn voorliefde
voor een Vlaamse
neorenaissance verder uit.
1e en 2e leerjaar (1938)
Cuyt,
Jef
Van
Herbruggen,
Theodoor
De
Maeyer,
Polfliet,
Van
Buggenhout,
Frans
Waumans,
Van
Bruyssel,
Van
Keer,
Van
Herbruggen,
Vic
Meyers,
Mees,
Marevoet,Van
Gucht,
?
,
Muyshondt,
Rik
Segers,
Anné,
Jos
Matthijs,
Joos,
Peer
Plettinckx,
De
Pauw,
Rottiers,
Van
Vracem,
Bessems,
Mees,
Walter Van Ranst, De Pauw, ? , De Smet, Pauwels, Jos De Wachter, Cools, Albert Van Gucht, Henri Van Laeken, Pauwels, meester Wilfried Van Ranst.