VRIJE BEWAAR- EN MEISJESSCHOOL WINTAM (1873-1975)
We
schrijven
1873.
Het
jaar
waarin
Maria
Theresia
Verhaegen
het
tijdelijke
voor
het
eeuwige
zal
omruilen
en
daarbij
schenkt
ze,
via
legaten,
haar
eigendommen
aan
de
Zusters
van
Vorselaar
om
er
een
Wintamse
meisjesschool
op
te
richten.
Het
totale
oppervlakte
van
deze
royale
schenking
bedroeg
32,70
are
(
perceelnummer
349a,
351
en
382
)
en
was
gelegen
op
de
hoek
van
de
Winthamstraat
(
nu
Frans
Rottiersstraat
)
en
de
Dijkstraat
(
nu
Victor
Kegelsstraat
).
Door
deze
gift
en
een
mooie
financiële
schenking
van
pastoor
Zepherinus
Verellen
(pastoor
van
Wintam
van
1969
tot
1880),
kunnen
de
Zusters
van
Vorselaar,
voluit
de
Congratie
van
de
Zusters
der
Christelijke
Scholen van den H.-Jozef Calasanz
, zich ten volle ontplooien als klooster en school in het mooie gehucht van de gemeente Hingene.
Zuster
Agnes
en
zuster
Pelagia
,
komen
in
oktober
1874
in
het
dorp
wonen
om
er
ongeveer
80
leerlingen
van
onderwijs
te
voorzien
en
dit
allemaal
onder
het
waakzame
oog
van
Moeder
Overste
Michaëlla
.
De
eerste
lessen
gingen
door
in
het
woonhuis
van
wijlen
mevrouw
Verhaegen.
In
1875
werden
de
lessen
steeds
meer
en
meer
bijgewoond
door
een
groeiend
aantal
leerlingen,
dat
men
genoodzaakt
is
les
te
geven
in
het
washuis
van
het
klooster.
Met
de
toekomst
voor
ogen
besloot
men
om
de
oude
maalderij
en
de
schuur
zodanig
te
renoveren
en
in
te
richten
als
leslokaal
waar
men
dan
in
deftige
omstandigheden
de
leerlingen
verder
kan
onderwijzen.
In
april
1875,
na
het
paasverlof,
kon
men
deze
lokalen
al
betreden.
De
gemeenteraad
zal
in
dit
jaar
ook
de
meisjesschool
van
Wintam
aannemen
en
dusdanig
erkennen
als
onderwijsinstituut
in
de
gemeente.
In
1881
ziet
men
ook
het
nut
in
om
een
bewaarschool
(
kleuterschool
)
op
te
richten
en
dus
beslist
men
om
een
lokaal
bij
te
bouwen.
De
school
en
de
Inrichtende
Macht
had
immers
genoeg
financiële
middelen
om
dit
te verwezenlijken.
In
1912
geven
de
zusters
wederom
de
opdracht
om
twee
lokalen
bij
te
bouwen,
het
aanleggen
van
een
veilige
speelplaats
en
het
voorzien
van
een
overkapping
die
de
kinderen
en
het
onderwijzend
personeel
beschutting
moet
geven
bij
slecht
weer.
In
1913
komt
Moeder
Overste Michaëlla te overlijden en zuster Agnes zal deze taak op zich nemen tot 1920.
Ook
de
gemeentelijke
jongensschool
van
Wintam
barst
in
de
Groote
Oorlog
uit
zijn
voegen
door
het
grote
leerlingenaantal.
Er
zijn
immers
maar
twee
onderwijzers
voor
handen
om
deze
van
het
nodige
onderwijs
te
voorzien.
De
gemeente
vraagt
aan
de
Zusters
van
Vorselaar
om
een
deel
van
deze
schoolgaande
kinderen
op
te
vangen
in
een
jongensklas
en
hiermee
stemmen
de
zusters
in.
Zuster
Fidelia
zal
uitzonderlijk
een
jongensklas
onder
haar
hoede
nemen
vanaf
1914
tot
1919.
De
barmhartigheid
van
de
zusters
is
enorm
groot
tijdens
de
Eerste
Wereldoorlog.
Dit
kunnen
we
afleiden
uit
het
feit
dat
ze
gedurende
deze
hele
periode
opvang
boden
aan
vluchtelingen,
zieken
en
bejaarden.
In
de
jaren
twintig
telt
de
meisjesschool
acht
leerkrachten:
Zuster
Valeria
(1916
tot
1921
en
1922
tot
1924),
Zuster
Romualda
(1917
tot
1926),
Juffrouw
A.
Vleminckx
(1917
tot
1923),
Zuster
Armella
(1918
tot
1930,
waaronder
Moeder
Overste
vanaf
1924),
Moeder
Overste
Odrada
(1920 tot 1924), Zuster
Symphorosa
(1920 tot 1928), Zuster
Remberta
(1923 tot 1927).
In
de
periode
tussen
de
Eerste
en
de
Tweede
Wereldoorlog
oefent
de
kerk
een
enorm
grote
invloed
uit
op
het
lager
onderwijs.
Zo
organiseert
ze
de
Eucharistische
Kruistochten,
keken
ze
streng
toe
dat
alle
leerlingen
naar
de
eucharistievieringen
gingen
en
verwachte
men
van
al
het
onderwijzend
personeel
dat
ze
deel
uit
gingen
maken
van
socio-culturele
verenigingen,
weliswaar
diegenen
die
christelijke
geïnspireerd
waren.
Als
een
onderwijzeres
in
het
huwelijksbootje
trad
dan
kreeg
ze
prompt
haar
ontslag
en
dan
zwijgen
we
nog
wat
er
gebeurde
als
men
zwanger
werd
zonder
het
huwelijk.
Meestal
verdwenen
deze
onderwijzeressen
stilletjes
in
het
kloosterleven
en
werd
het
kind opgevoed door één van de familieleden.
Tijdens
de
Tweede
Wereldoorlog
zit
de
gemeenteschool
van
Wintam
weer
met
een
onvermijdelijk
probleem.
Het
schoolgebouw
werd
ingenomen
door
de
Duitse
soldaten
die
dienst
deden
op
het
vliegveld.
In
1940
tekent
de
gemeente
hiertegen
bezwaar
in
en
in
1941
doet
de
Kreiskommandatur
eindelijk
de
moeite
om
te
antwoorden.
Ze
zijn
bereidt
de
school
weer
vrij
te
geven
voor
onderwijs
op
voorwaarde
dat
de
Wehrmacht
van
deze
gebouwen
gebruik
kan
maken
om
nieuwe
eenheden
onder
te
brengen.
Het
schooljaar
1941-1942
staat
voor
de
deur
en
nog
steeds
zijn
er
Duitse
soldaten
in
het
gebouw
aanwezig.
Om
de
bezetter
niet
op
de
tenen
te
trappen,
gaat
men
op
zoek
naar
een
andere
oplossing.
Net
zoals
in
1914
doet
men
beroep
op
de
Zusters
van
Vorselaar
die
gedurende
een
korte
periode
leerlingen
van
de
gemeenteschool
wil
onderbrengen.
Na
1942
dringen
de
Zusters
bij
de
inspectie
aan
om
een
andere
oplossing
te
zoeken
voor
de
kinderen
van
gemeenteschool.
Exact
4
jaar
na
de
inval
van
de
Duitsers
in
België
komen
ze
met
het
bevel
dat
alle
scholen
gesloten
moeten
worden
voor
de
leerlingen
uit
angst
voor
eventuele
geallieerde
bombardementen
doordat
het
vliegveld
en
kanaal
een
strategisch
doelwit
vormen.
De
bombardementen
blijven
gelukkig
uit,
maar
dit
veranderde
na
de
bevrijding
van
de
gemeente
Hingene
in
september
1944.
De
Duitsers
sturen
verschillende
V1-
en
V2-raketten
naar
onze
regio.
Ze
weten
immers
goed
welke
strategische
voorrechten
de
gemeente
tot
haar
beschikking
heeft.
In
totaal
zullen
zeven
raketten
neerstorten,
want
dat
deden
deze
raketten
letterlijk,
op
ons
grondgebied.
Op
8
maart
1945
betalen
we,
door
een
V1,
de
zwaarste
tol
doordat
deze
neerstort
in
de
Frans
De
Laetstraat
(
den
Hul
)
waarbij 18 doden vallen, om nog maar te zwijgen van de vele gewonden. De school blijft gelukkig van dit leed gespaard.
Tot
1974
zal
er
weinig
tot
niets
noemenswaardig
gebeuren,
het
schoolgebeuren
gaat
zijn
gewone
gangetje.
Het
schooljaar
1974-1975
zal
geboekt
staan
tot
de
unificatie
van
de
scholen
Wintam
en
Eikevliet.
De
kinderen
van
de
gemeentescholen
wordt
aangeraden
zich
in
te
schrijven
in
de
meisjesschool
omdat
ze
niet
aan
het
vereiste
leerlingenaantal
zullen
komen.
In
1975
zal
de
fusie
tussen
Wintam
en
Eikevliet
afgerond
zijn
en
vallen
deze
schoolgaande
jeugd
onder
het
gezag
van
de
Zusters
van
Vorselaar.
Doordat
Flor
Roskam
over
de
capaciteit
beschikt
om
te
gaan
met
gezag
en
het
beleid
van
de
I.M.
zal
hij
na
de
unificatie
benoemt
worden
tot
schoolhoofd
van
Wintam-
Eikevliet. In 1976 zal Hingene zich eveneens aansluiten bij de
Vrije Basisschool van Wintam-Eikevliet
.
Eveneens
in
1976
krijgen
zuster
Angeline
,
zuster
Flora
,
zuster
Camilla
en
zuster
Gusta
van
het
hoofdbestuur
van
deze
kloosterorde
het
bevel
om
terug
te
keren
naar
Vorselaar.
Na
een
afscheidsplechtigheid
in
juli
1976
in
de
Gildezaal
van
Wintam
verlaten
de
kloosterzusters,
na 102 jaar, de parochie Wintam. Een nieuwe en mooie toekomst ligt klaar voor de
Vrije Basisschool Hingene-Wintam-Eikevliet
.
(Bron: Geschiedenis Der Gemeente Hingene, Leopold Mees, 1894)
(Bron: 200 Jaar Onderwijs Te Hingene-Wintam-Eikevliet, Tentoonstellingsbrochure - De Casteleyn Vzw, 1997)
(Bron: 175 Jaar Zusters Der Christelijke Scholen Vorselaar, Raf Vanderstraeten En Marij Preneel)
Zicht op Klooster en Meisjesschool (eerste helft 20e eeuw)