Onderwijs in de gemeente Hingene
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER

VRIJE BEWAAR- EN MEISJESSCHOOL EIKEVLIET (1917-1975)

In zitting van 25 augustus 1917 werd met eenparigheid van stemmen de nieuwe kleuterschool van Eikevliet aangenomen. Naast de gemengde gemeentelijke school kwam eindelijk een kleuterschool en een meisjesschool. Er werd aan de onderwijzeres een jaarwedde toegekend van 600 frank. Op 30 oktober 1917 richtten de zusters van Vorselaar een bewaar-en meisjesschool op te Eikevliet. Zij werden vooral gesteund door de families d’Ursel en de Virieu , Henri Thielemans , pastoor Blocquaux en Joanna De Smet . Zuster Liboria en later zuster Everardine kwamen dagelijks van het klooster van Wintam naar Eikevliet om de kinderen op te vangen. Het eerste kleuterklasje was in de woning van Joanna De Smet en haar tante weduwe Pauwels . Zij gebruikten als klaslokaal een ruimte in het molenhuis, een lokaal in de brouwerij Verstraeten en een kamer in de pastorij. In 1919 kocht men het huis naast dat van wed. Pauwels en de zusters richtten het in als klooster met kapel. Vier jaar later waren de klassen gecentraliseerd rond het klooster, op de plaats van de huidige kleuterschool. Er kwamen ook veel kinderen van Klein-Mechelen naar de scholen van Eikevliet, vooral omdat Klein-Mechelen parochiaal onder Eikevliet ressorteerde en de kinderen-communicanten hier hun catechismuslessen moesten volgen. In zitting van 4 februari 1918 bereikten het gemeentebestuur en het schoolcomité van Eikevliet bestaande uit voorzitter en bestuurster van de school Maria Kesters , pastoor Blocquaux , rentmeester Thielemans en Joanna De Smet volgende overeenkomst: “De gemeenteraad van Hingene neemt voor eenen termijn van tien jaar de meisjesschool van Eykevliet aan bestuurd door Maria Kesters , religieuze onderwijzeres der Christelijke Scholen. Deze aaneming vangt aan met terugwerkende kracht op 1 october 1917 en eindigt op 1 october 1927. Gedurende gansch den tijd der aanneming verplicht zich het bestuur der school de bepalingen na te leven die vermeld staan in art. 15 der organieke wet op het lager onderwijs. De gemeente zal betalen: 1 . Aan elke zuster onderwijzeres eene jaarwedde van elf honderd franken. Deze jaarwedde worden maandelijks uitbetaald tegen kwijting van den schatbewaarder van het schoolcomité. 2 . De bestuursvergoeding door de wet vastgesteld 3 . Aan elk lid van het religieus personeel de drie jaarlijksche verhogingen van 50 franken bepaald in art. 30 der organieke wet. De sommen onder 2 en 3 vermeld worden uitbetaald in den loop van den tweeden trimester van het schooljaar. 4 . Voor de schoolbehoeften 2 frank per leerling die volgens de wet er recht toe heeft, alsmede 1 frank per meisje recht hebbende op de kosteloze benodigdheden voor het naaldwerk. Deze vergoedingen worden uitbetaald in den loop van den 2de trimester van het schooljaar, voor het getal leerlingen recht hebbende op de kosteloze schoolbehoeften en die de school bijwonen of ze minstens gedurende een trimester bijgewoond hebben. Indien de gemeenteraad verlangt dat leerlingen die geen recht hebben op kosteloos onderwijs toch kosteloos de schoolbehoeften en de benoodigdheden voor het naaldwerk zouden ontvangen zal hij voor dezen dezelfde vergoeding toestaan. 5 . Voor het onderhoud der schoolmeubelen, voor verwarming en reiniging der schoollokalen 120 franken per klas. 6 . Voor de prijzen 50 franken.” Met ingang van 1 januari 1922 kreeg de meisjesschool een subsidie van 1.000 frank voor het inrichten van een huishoudklas en jaarlijks 300 frank als vergoeding voor noodzakelijke onkosten. In de zitting van 12 september 1927 nam het gemeentebestuur de meisjesschool terug aan voor een periode van 10 jaar. De overeenkomst was als volgt: “Tusschen het college van burgemeester en schepenen der gemeente Hingene, vertegenwoordigd door burgemeester Willem Van Kerckhoven , gemeentesecretaris Edmond Mees enerzijds en het schoolcomiteit, bestaande uit de eerwaarde Blocquaux , pastoor en voorzitter, Celestina Peeters , bestuurster van de school, Paulina Janssens , onderwijzeres en Joanna De Smet , leden anderzijds, is overeengekomen hetgene volgt: Art. 1: De gemeenteraad van Hingene, neemt voor eenen nieuwen termijn van tien jaren, de meisjesschool van Eykevliet aan, bestuurd door Celestina Peeters , religieuze onderwijzeres der Christelijke Scholen van den H. Jozef Calasanz . Deze aanneming vangt aan op 10 october 1927 en eindigt op 10 october 1937. Art. 2: Gedurende gansch den tijd der heraanneming verplicht zich het bestuur der school de bepalingen na te leven, die vermeld staan in art. 15 der organieke wet op het lager onderwijs. Art. 3: Voor de schoolbehoeften, naaldwerk inbegrepen: 19 franken per leerling. Voor het onderhoud der schoolmeubelen en reiniging: 200 franken per klas. Voor de verwarming zal eene vergoeding toegestemd worden naar gelang de duurte van de kolen. Voor het geven van den vierden graad, afdeeling huishoudkunde: 300 franken.” In de zitting van 11 april 1931 werd de meisjesschool terug aangenomen voor een periode van 10 jaar. In 1932 besloten de zusters de speelplaats volledig te laten ommuren. Jules Meremans uit Puurs nam deze taak op zich voor de som van 1034 frank. De zusters vroegen een subsidie aan van 450 frank. De schoolkinderen van de zusterschool droegen bij openbare aangelegenheden een uniform: een blauwe rok met das. In 1957 werd de zwarte voorschoot vervangen door een blauwe. Tijdens de paasvakantie van 1956 brak men met behulp van vrienden en buren de oude kleuterschool af en bouwde men een nieuwe kleuterschool met aanpalende speelplaats en afdak. Door het organiseren van een Vlaamse kermis, een wafelenbak en door giften kon men deze nieuwbouw realiseren. Tijdens de bouwwerken huisde de bewaarschool in zaal ‘De Balans’ en een vrije klas in het leegstaande huis van L. Van Meulder in de Karel Suykensstraat. Maar door de daling van het geboortecijfer en het afschaffen van de vierde graad werd het steeds moeilijker om de twee klassen van de lagere school in stand te houden. In 1960 telde men nog 37 leerlingen en 39 kleuters. Op 23 april 1961 bracht Eikevliet hulde aan zuster Beringaria die haar 60 jarig kloosterjubileum vierde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 30 oktober 1917, kwam zij uit Kortenaken naar Eikevliet om daar het beste van haar leven te wijden aan de Eikevlietse jeugd. Van de bevolking kreeg zuster Beringaria zes nieuwe stoelen voor de zusterkapel en een ‘Kruisweg’ . Op zondag 4 juni 1967 vierde men het gouden jubileum van de stichting van het klooster. Echter zou de communiteit in september 1971 opgeheven worden. Zuster Assumpta en zuster Flora verhuisden naar Wintam. Enkel de kleuterschool bleef open als afdeling van de zustersschool van Wintam. Bij gebrek aan een school gingen de lagere schoolmeisjes van 1971 tot 1975 naar de gemeentelijke jongensschool van het dorp. De Schoolgebouwen en de grond waren eigendom van v.z.w. Parochiale Werken van de Dekenij Puurs. (Bron: Van Eycke Tot Eikevliet, Danny Polfliet, Jaarboek Van De Vereniging Voor Heemkunde In Klein-Brabant Vzw, Jaargang 43, 2008)
Bewaarschool Eikevliet zuster Odalie, zuster Beringaria, zuster Rogeria, zuster Stephana en zuster Renata-Maria