Klik op de thumbnail om te vergroten
Wie
onze
eerste
Rex-Scaldis
gemist
heeft
en
zeker
onze
tentoonstelling,
kan
alles
nog
eens
rustig
nalezen
op
onze
website.
Natuurlijk
kunnen
wij
de
sfeer
hier
niet
meer
tot
leven brengen van ons café vlak na de bevrijding, daarvoor had je zelf ter plaatse moeten zijn.
Duitsland maakt zich klaar voor de oorlog
Nadat
Hitler
met
zijn
partij,
de
NSDAP
(Nationalsozialistische
Deutsche
Arbeiterpartei),
op
democratische
wijze
aan
de
macht
kwam
in
Duitsland,
begon
hij
direct
met
de
herbewapening.
De
omvang
van
de
Reichswehr
was
door
de
bepalingen
van
Versailles
beperkt
tot
100.000
man.
Het
had
geen
tanks,
geen
luchtmacht
en
nauwelijks
schepen.
Zes
jaar
later,
bij
het
uitbreken
van
de
vijandelijkheden,
beschikte
de
Wehrmacht
over
3,5
miljoen
soldaten,
9.000
kanonnen,
2.500
tanks,
2.300
vliegtuigen,
57
onderzeeërs
en
45 oppervlakteschepen.
De
buitenlandse
politiek
van
de
nationaalsocialisten
leidde
tot
een
verhoogde
kans
op
oorlog
omdat
Hitler
streefde
naar
gebiedsuitbreiding
in
Oost-Europa
ten
koste
van
de
Slavische
volkeren.
Hiertoe
moest
Polen
worden
vernietigd
en
Rusland
gebroken.
De
spanningen
met
het
Westen
die
hierdoor
werden
veroorzaakt
waren
slechts
een
afgeleide.
Kenmerkend
voor
de
periode
1933
–
1939
waren
de
Duitse
successen
zonder
dat
er
oorlog
uitbrak.
De
Westerse
democratische
landen
poogden
in
die
periode
Hitler
in
te
tomen
met
diplomatieke
middelen
waarbij
de
verschrikkingen
van
de
Eerste
Wereldoorlog
hen
zeker
parten
hebben
gespeeld;
degenen
die
in
de
jaren
dertig
leidinggevende
posities
bekleedden, hadden immers vaak zelf nog in de loopgraven gezeten.
De
toegeeflijkheid
kwam
echter
ook
voort
uit
een
schuldgevoel
aan
de
kant
van
Groot-Brittannië;
Duitsland
was
na
de
oorlog
zo
onrechtvaardig
behandeld
dat
vele
eisen
van
Hitler
als
legitiem
werden
gezien.
Zo
was
de
wens
van
Hitler
om
alle
Duitsers
in
één
rijk
te
verenigen
volstrekt
in
lijn
met
de
geest
van
het
Verdrag
van
Versailles.
Dit
verdrag
was
echter
in
het
nadeel
van
Duitsland
beslecht
op
een
aantal
gebieden.
Zo
kwam
in
1935
het
Saarland
“Heim
ins
Reich”
en
werd
in
1936
het
Rijnland
weer
door
Duitse
troepen
bezet
na
jaren
van
Franse
bezetting.
In
1936
ontstond
tevens
de
as
Rome-Berlijn.
Deze
alliantie
zou
met
het
staalpact
van
1939
worden
verstevigd.
In
maart
1938
volgden
de
annexaties
van
Oostenrijk
en,
ten
koste
van
Tsjecho-Slowakije,
het
etnisch
Duitse
Sudetenland,
die
nog
haastig
werden
afgedekt
met
Verdrag
van
München,
dat
een
nauwelijks
verhulde
capitulatie
was
van
de
Britten
en
de
Fransen
voor
de
Duitse
expansiedrift.
De
Britse
premier
Neville
Chamberlain
typeerde
dit
verdrag
echter
als
‘peace
in
our
time’.
De
bezetting
in
maart
1939
van
het
resterende
westelijke
deel
van
Tsjecho-Slowakije,
waarna
dit
het
Protectoraat
Bohemen
en
Moravië
werd,
markeert
het
einde
van
het
Frans-
Britse
streven
om
met
vreedzame
middelen
de
veroveringszucht
van
nazi-Duitsland
te
beteugelen,
omdat
duidelijk
werd
dat
Hitler
meer
wilde
dan
alleen
een
verenigd
Duits
rijk.
Zij maakten toen een begin met de mobilisering van hun strijdkrachten, maar zagen verder machteloos toe.
Nazi-Duitsland
viel
op
1
september
1939
Polen
aan
volgens
het
plan
Fall
Weiss.
Deze
aanval,
ook
wel
Poolse
campagne
genoemd,
zou
vier
weken
duren.
Het
Verenigd
Koninkrijk
en
Frankrijk
verklaarden
op
3
september
1939
Duitsland
de
oorlog.
Het
is
waarschijnlijk
dat
Hitler
deze
oorlogsverklaring
van
Frankrijk
en
het
Verenigd
Koninkrijk
niet
had voorzien, en dus eigenlijk niet uit was op een algehele Europese oorlog.
De oorlog in Europa was begonnen.
VERKENNINGSTOESTEL BOVEN HINGENE
Dat
Duitsers
houden
van
een
goede
voorbereiding
en
berucht
zijn
om
hun
drang
naar
perfectie
is
te
blijken
uit
onderstaande
foto.
Op
7
januari
1940
om
17u40
nam
een
Duits
verkenningsvliegtuig deze foto van het vliegveld van Hingene.
Op de nota staat te lezen:
Het is niet zichtbaar of het vliegveld is bezet door troepen. Het dorp is gelegen nabij een sluis!
VOOR DE INVASIE VAN 10 MEI 1940 - oefeningen en oefeningen
Bij
het
begin
van
de
Tweede
Wereldoorlog
voerde
België
een
neutraliteitspolitiek.
Hoewel
het
steeds
duidelijker
werd
dat
de
enige
dreiging
vanuit
Duitsland
kwam,
weigerde
de
Belgische
regering
steeds
dat
Franse
en
Britse
troepen
hun
grondgebied
betraden
als
voorzorg
tegen
een
Duitse
invasie.
Als
compromis
werd
evenwel
wel
toegestaan
dat
de
Franse
en
Britse
bondgenoten
konden
oprukken
naar
de
KW-stelling
indien
Duitsland
de
Belgische
neutraliteit
zou
schenden.
Intussen
bouwde
het
Belgische
leger
een
strategisch
verdedigingsplan
uit
die
bestond
uit
vijf
stellingen
waarbij
vanaf
november
1939
alle
beschikbare
Belgische
soldaten
werden
gemobiliseerd.
Doch,
door
de
veelvuldige alarmoefeningen en loze alarmen tussen november 1939 en januari 1940 dacht men dat er geen invasie meer zou komen.
De
invasie
van
de
Lage
Landen
zou
oorspronkelijk
op
17
januari
1940
van
start
zijn
gegaan
—
de
Duitse
legereenheden
waren
al
daadwerkelijk
begonnen
zich
in
hun
verzamelgebieden
te
concentreren
—
ware
het
niet
dat
op
10
januari
1940
een
Messerschmitt
Bf
108
Taifun
een
noodlanding
moest
maken
op
Belgisch
grondgebied.
Belgische
grenswachters
konden
hiermee
een
deel
van
de
Duitse
invasieplannen
bemachtigen,
doch
bij
de
geallieerden
bestond
onduidelijkheid
of
de
plannen
echt
waren
of
een
afleidingsmanoeuvre.
Na
de
oorlog
werd
duidelijk
dat
Hitler
na
het
vernemen
van
dit
incident
de
invasie
voor
onbepaalde
tijd
uitstelde,
zodat
de
Belgische
beproeving
van
het
lange wachten in de koude wintermaanden nog verder doorging.
Ook
via
de
diplomatieke
kanalen
ontvingen
de
Belgen
en
Nederlanders
informatie
dat
een
Duitse
invasie
op
til
was.
De
Belgische
en
Nederlandse
militaire
attachés
te
Berlijn,
respectievelijk
kolonel
Goethals
en
majoor
Sas,
werden
getipt
door
de
toenmalige
kolonel
Hans
Oster,
een
Duitse
officier
uit
de
Abwehr
die
al
sinds
de
Nacht
van
de
Lange
Messen
in
1934
het
nazibewind
niet
goed
meer
gezind
was.
Deze
informatie
werd
doorgespeeld
doch
nooit
op
waarde
geschat.
Op
9
mei
1940,
om
23u30,
stuurde
kolonel
Goethals
vanuit
Berlijn
een
gecodeerd
bericht
dat
de
aanval
in
de
vroege
ochtend
van
10
mei
1940,
om
4u35
van
start
zou
gaan.
Het
bericht
werd
op
veel
ongeloof
onthaald.
Een vergelijkbaar bericht van majoor Sas aan de Nederlandse regering werd evenmin serieus genomen.
Samenstelling op 10 mei 1940
Op
10
mei
1940
bestond
het
gemobiliseerde
Belgische
leger
uit
22
divisies
van
ongeveer
elk
17.000
manschappen.
Er
waren
achttien
infanteriedivisies
(waarvan
zes
actieve
divisies,
zes
divisies
van
de
eerste
reserve
en
zes
divisies
van
de
tweede
reserve),
twee
divisies
Ardense
Jagers
(waarvan
een
volledig
gemotoriseerd)
en
twee
cavaleriedivisies
(allebei
gemotoriseerd)
en
een
gemotoriseerde
brigade.
Deze
tweeëntwintig
divisies
waren
op
10
mei
1940
verdeeld
over
zeven
legerkorpsen,
één
Cavaleriekorps
en
de
groep
Keyaerts.
Deze
laatste
groep,
genaamd
naar
z’n
bevelhebbende
generaal,
had
als
taak
om
de
Duitse
opmars
ten
Zuiden
van
de
Maas
zo
veel
mogelijk
te
vertragen.
In
totaal
was
het
Belgisch
leger
ongeveer
600.000
manschappen
groot,
en
was
daarmee
in
verhouding
tot
het
totaal
aantal
inwoners
één
van
de
grootste
Europese
legers
van
het
moment
(8%
van
de
Belgische
bevolking).
Het
Belgische
leger
bestond
uit
beroepsmilitairen
en
de
veertien
militieklassen
(tussen
1926
en
1939).
Elke
militieklas
bestond
uit
ongeveer 47.000 manschappen. Een gedetailleerd overzicht:
•
4.929 beroepsmilitairen
•
16.614 reserveofficieren
•
12.000 beroepsonderofficieren
•
46.000 reserveonderofficieren
•
10.000 beroepskorporaals en beroepssoldaten
•
De overige manschappen waren soldaten
Tijdens de Achttiendaagse veldtocht zouden een aantal divisies overgaan van het ene Legerkorps naar het andere, naargelang de operationele toestand.
10 mei 1940 - De inval van het Duitse leger in België
Onaangekondigd
viel
het
Duitse
leger
binnen
op
10
mei
1940.
Al
tijdens
de
eerste
uren
werd
de
Belgische
luchtmacht
op
de
grond
vernietigd
na
massale
bombardementen.
Met
de
tandem
vliegtuig-tank
trokken
de
Duitsers
door
de
Belgische
en
Franse
Ardennen.
Daarvoor
werden
fietsen
massaal
ingezet
op
een
klein
deel
van
het
front.
Het
als
onneembaar
geachte
fort
Eben-Emael
bij
Luik
viel
al
na
één
dag
in
Duitse
handen.
De
bruggen
bij
Vroenhoven
en
Veldwezelt
over
het
Albertkanaal
vielen
intact
in
Duitse
handen. De Maas werd overschreden te Dinant, Monthermé en Sedan. De Franse stellingen werden opgerold en weldra stormden de Duitse tanks in de richting van Abbeville.
Wat gebeurde er in Hingene: 10 mei 1940
1ste
luchtvaartregiment
-
Te
Deurne
heeft
de
I/1Lu
omstreeks
04u45
de
basis
verlaten
om
naar
haar
oorlogsvliegveld
te
Hingene
uit
te
wijken.
Twintig
minuten
later
komen
de
Duitse
bommenwerpers
net
te
laat
aan
te
Deurne
en
bombarderen
het
verlaten
vliegveld.
De
groep
installeert
zich
te
Hingene.
Er
is
slechts
één
van
de
vier
Bofors
40mm
luchtafweerkanonnen beschikbaar. Die dag wordt door 1/I/1 slechts één opdracht uitgevoerd: een Fox brengt een dringend bericht over naar het vliegveld van Evere.
Huwelijk tijdens de inval van de Duitsers
Op
10
mei
1940
stapten
Albert
Mees
uit
Hingene
en
Carolina
Meskens
uit
Bornem
in
het
huwelijksbootje.
De
kerk
zat
geladen
vol
en
van
feestgedruis
voor
het
kersverse
koppel
was amper sprake. België werd ten slotte voor de tweede keer in zijn geschiedenis aangerand door de Duitse beer en ditmaal was het menens.
“Ik
weet
het
nog
goed.
Heel
de
kerk
van
Bornem
zat
vol
met
mensen
die
kwamen
bidden
voor
een
goede
afloop.
Ons
kerkelijk
huwelijk
was
een
beetje
naar
de
achtergrond
verdwenen. Iedereen maar wenen... ook wij. Daarna zijn er veel mensen gevlucht voor de Duitsers. Wij niet. Wij bleven in Hingene wonen.”
Wat gebeurde er in Hingene op...11 mei 1940
1ste
luchtvaartregiment
-
De
regimentsstaf
werkt
nog
steeds
vanuit
Thisnes.
De
verschillende
groepen
staan
echter
elk
onder
het
operationeel
bevel
van
een
legerkorps
en
de
rol
van
de
staf
is
eerder
beperkt.
Hannuit
ligt
echter
in
de
Duitse
opmarsroute
naar
Waals-Brabant
en
daarom
besluit
Froidart
die
avond
om
zich
te
Hingene
te
vestigen.
De
verplaatsing vindt plaats tussen 18u30 en 22u00.
1ste
luchtvaartregiment
-
De
I/1Lu
wordt
te
Hingene
continu
overvlogen
door
vijandelijke
vliegtuigen
en
regelmatig
gemitrailleerd
vanuit
de
lucht,
zonder
noemenswaardige
schade.
Een
colonne
van
het
Franse
7de
leger
trekt
langsheen
het
vliegveld
richting
Nederland.
De
vliegtuigen
van
de
VIde
groep
die
Hanuit
verlaten
hebben
landen
te
Hingene,
maar
stijgen
even
later
weer
op
richting
Peutie.
Na
de
middag
land
te
Hingene
een
Britse
Hurricane.
De
piloot
is
gewond
en
wordt
door
Kpt
Eeman
per
auto
naar
Wevelgem
gebracht zodat hij de eigen linies kan vervoegen.
1ste
luchtvaartregiment
-
Tijdens
een
verkenningsmissie
boven
Kanne
en
Eben-Emael
wordt
de
N18
met
Sergeant
Boute
en
Onderluitenant
Berhaut
neergehaald.
De
beide
bemanningsleden
kunnen
veilig
landen
en
slagen
er
in
om
Hannuit-Thines
te
bereiken.
Die
middag
krijgt
de
groep
het
bevel
om
naar
Hingene
uit
te
wijken.
De
verplaatsing
verloopt
zonder
problemen,
maar
Hingene
is
reeds
ingenomen
door
de
Iste
groep
en
er
is
geen
plaats
meer
voor
de
Rode
Sioux.
Na
enkele
uren
wachten
wordt
de
groep
tenslotte
doorgestuurd
naar
het
vliegveld
van
Peutie.
Na
aankomst
blijkt
dat
de
veldkeuken
onderweg
is
blijven
staan
en
de
manschappen
moeten
zich
tevreden
stellen
met
hun
noodrantsoenen.
Wat gebeurde er in Hingene op...12 mei 1940
1ste
luchtvaartregiment
-
De
commandopost
van
het
regiment
wordt
die
ochtend
geopend
te
Eikevliet,
van
waar
Kolonel
Froidart
vlot
in
verbinding
kan
staan
met
de
staf
van
de
militaire
luchtvaart
en
het
vliegveld
van
Hingene.
De
volgende
dagen
wordt
op
de
staf
druk
gewerkt
aan
het
verplaatsen
van
de
verschillende
groepen
naar
vliegvelden
in
het
westen van het land.
1ste
luchtvaartregiment
-
Tijdens
de
nacht
van
11
op
12
mei
wordt
te
Hingene
Sgt
Vlieger
Gudenkauf
van
het
1/I/1Lu
levensgevaarlijk
gewond
wanneer
een
nerveuze
schildwacht
meent
een
Duitse
parachutist
gezien
hebben
en
daarbij
het
vuur
opent.
Drie
Fox
toestellen
stijgen
op
om
dringende
berichten
over
te
brengen.
Voor
de
eerste
verkenningsmissie
boven
vijandelijk
gebied
worden
Sgt
Degreef
en
Lt
Dierickx
in
toestel
nummer
64
naar
de
Noorderkempen
gestuurd
om
de
Duitse
opmars
na
te
gaan.
Deze
vlucht zou door vijf Franse Morane jachttoestellen moeten beschermd worden, maar deze dagen niet op.
Wat gebeurde er in Hingene op...15 mei 1940
1ste
luchtvaartregiment
-
Het
1/I/1
ontvangt
al
vroeg
op
de
ochtend
vijf
nieuwe
verkenningsmissies
boven
de
Kempen.
Slechts
één
toestel
keert
ongedeerd
terug.
Een
Fox
wordt
bij
Herentals
door
de
vijandelijke
Flak
neergehaald.
De
waarnemer
Olt
Eugène
Bossiroy
wordt
hierbij
gewond
maar
de
piloot
Adjt
Marcel
Brosteaux
overleeft
ongedeerd
de
crash.
De
beide
mannen
kunnen
te
voet
terugkeren.
Een
tweede
Fox
moet
kort
na
het
opstijgen
rechtsomkeer
maken
naar
Hingene
nadat
een
Adjt
Theysen
door
een
kogel
van
op
de
grond
werd
gewond.
De
twee
laatste
toestellen
worden
allebei
neergehaald
voorbij
Lier.
Eén
bemanning
wordt
gevangen
genomen.
De
bemanning
van
het
andere
toestel,
Olt de Theurx de Montjardin en Lt Dierickx, kan met behulp van enkele opgeëiste fietsen de K.W. Stelling bereiken en van daar doorreizen naar Hingene.
Wat gebeurde er nog die dag ergens in België?
Een
ononderbroken
stroom
van
jongelui,
met
een
pak(je)
op
de
rug
of
valies
in
de
hand,
bijna
allemaal
te
voet.
De
traagheid
van
de
spoorverbindingen
in
noord-Frankrijk
zou
deze
jongens
doen
belanden
niet,
zoals
ze
gehoopt
hadden
vér
achter
het
front
maar
in
volle
vuurlinie...
Vandaag
heeft
Holland
gecapituleerd:
2890
van
hun
400.000
soldaten
zijn
gesneuveld
en
in
Rotterdam
werden
619
burgers
gedood.
In
ons
land
worden
de
ministeries
naar
Oostende
overgebracht.
De
opmars
van
het
Engels
leger
langs
de
baan
Kortrijk-Audenaerde
is
gestopt;
de
immer
talrijker
wordende
‘Tommies’
nemen
hun
intrek
in
woningen
en
beginnen
met
het
delven
van
loopgraven
langs
de
boorden
van
de
Schelde.
Ook
onze
bevolking
helpt
mee
met
het
graven...Al
hun
kostbaarste
wordt
in
de
kelders
opgeborgen
en
alles
wordt
er
ingericht
voor
een
ondergronds
‘nachtverblijf’.
Tussen
de
luchtalarmen
in
worden
kelderamen
versterkt
met
metaalplaten
en
afgedekt
met
houtbussels
en
aarde.
Onze
troepen
zoeken
positie
op
de
lijn
achter
de
Dijle,
die
vanaf Antwerpen over Waver, Leuven en Mechelen naar Namen lopend, Brussel omsluit.
Wat gebeurde er in Hingene op...16 mei 1940
1ste
luchtvaartregiment
-
Bij
de
Iste
groep
worden
die
dag
slechts
twee
korte
missies
uitgevoerd.
Tijdens
de
avond
verlaat
de
groep
het
vliegveld
van
Hingene.
Rond
22u00
is
iedereen aangekomen op het nieuwe vliegveld te Belsele. Even later wordt echter een nieuw bevel ontvangen om naar Ursel uit te wijken.
Wat gebeurde er nog die dag ergens in België?
De
Belgische
stellingen
aan
de
Maas,
aan
het
Albertkanaal
en
rond
Luik
worden
opgegeven
en
dat
drukt
de
moraal
van
onze
Belgische
soldaten;
de
ongerustheid
bereikt
een
hoogtepunt
alsduidelijk
wordt
dat
deBelgische
en
Engelse
troepen
dreigen
ingesloten
te
worden,
doordat
Duitse
pantserwagens
zijn
doorgestoten
vanuit
Frankrijk
en
noordwaarts
oprukken
naar
het
Kanaal.
Terwijl
de
Engelse
tankrijen
terugbollen
op
de
makadam
naar
Kortrijk,
rollen
spoorwegwagons
met
Belgische
soldaten,
materiaal
(ja,
zelfs
bruggen)
westwaarts.
Een
flink
korps
gemotoriseerde
Ardense
jagers
(allen
Walen)
komen
zich
inkwartieren
in
onze
streek.
Een
Belgische
majoor
en
kolonel
logeren
in
de
streek. Iedereen raakt afgemat door de angst van overdag en de slapeloze nachten...
Wat gebeurde er in Hingene op...18 mei 1940
Eskadron
Wielrijders
1ste
Infanteriedivisie
-
Wanneer
om
14u00
het
gros
van
de
infanterie
veilig
weggetrokken
is,
verlaat
het
eskadron
samen
met
de
laatste
detachementen
van
het
3Li
zijn
stellingen
om
de
divisie
achterna
te
trekken.
Hierbij
wordt
een
vluchtroute
naar
het
noorden
gekozen.
Via
Wintham,
Hingene
en
Bornem
zetten
de
wielrijders
koers
naar de brug te Temse. Tijdens de aftocht wordt het voorop marcherende 4Li afgedekt.
Om
17u30
krijgt
Jones
de
toestemming
om
de
Schelde
over
te
steken.
Anderhalf
uur
later
blaast
de
genie
onder
dekking
van
het
II/4Li
de
Scheldebruggen
op.
De
infanterie
van
de divisie zal per trein verplaatst worden naar Gent
Wat gebeurde er in Hingene op...21 mei 1940
Op
20
mei
1940
cirkelden
boven
het
luchtruim
van
Hingene
enkele
vliegtuigen
van
het
type
Fieseler
Stoch,
deze
werden
gebruikt
door
de
stoottroepen
van
het
invasieleger.
Er
werd
zelfs
gerapporteerd
dat
enkele
toestellen
geland
waren
op
het
vliegveld
van
Hingene
en
de
belangrijkste
verdedigingsposten
werden
ingenomen.
Uit
documenten
over
de
bezetting
blijkt
dat
de
Duitsers
officieel
Hingene
binnentrokken
op
21
mei
1940.
Die
dag
moesten
werden
er
zelfs
al
verschillende
mensen
opgeëist
om
het
vliegveld
te
herstellen
(het
Belgische
leger
had
overal
putten
op
het
vliegveld
achtergelaten).
De
bevolking
was
erg
op
zijn
hoede
voor
de
bezettingsmacht,
want
ze
herinnerden
zich
de
vorige
bezetting
en
gruwelen
maar
al
te
goed.
Maar
geleidelijk
aan
werd
bekend
dat
de
houding
van
de
Duitsers
tegenover
de
bewoners
van
Hingene,
Wintam
en
Eikevliet
erg
“vriendelijk”
was.
Dit
paste
ook
geheel
in
de
Flamenpolitik
van
Hitler.
Ze
moesten
de
Vlamingen
voor
zich
zien
te
winnen
en
dat
werd
goed
duidelijk
gemaakt
aan
de
bezettingstroepen.
Bezettingstijd
Onmiddellijk
na
de
bezetting
deden
de
Duitsers
aanpassingswerken
en
ze
zouden
het
vliegveld
aanzienlijk
vergroten.
Dat
er
huizen
en
landbouwgrond
opgeofferd
diende
te
worden
sprak
voor
zich.
Menige
eigenaars
zouden
een
vergoeding
uitgekeerd
krijgen
door
de
Duitse
instanties,
maar
daar
kwam
uiteindelijk
niets
van.
Ook
de
kapel
van
Sint
Benedictus
werd
verplaatst
omwille
van
het
vliegveld.
Deze
kapel
werd
steen
voor
steen
afgebroken
en
een
beetje
verderop
(aan
de
rand
van
het
bos
van
de
familie
d’Ursel)
weer opgebouwd. Het beeld werd ter bewaring gegeven aan de zusters van de meisjesschool van Hingene.
De
burgemeester
van
de
gemeente
Hingene
bleef
de
gehele
bezetting
in
functie,
al
was
hij
de
bezetter
niet
erg
genegen.
Beide
schepenen
werden
echter
wel
vervangen
in
oktober
1941:
Seps
Robert
door
Dhr.
Vertongen
en
Roelants
Maurits
door
Dhr.
Kegels.
De
gemeentesecretaris
en
de
ontvanger
bleven,
net
als
de
burgemeester,
op
post.
Tijdens de bezetting waren er regelmatig conflicten met Duitsgezinden in het college.
Onze
gemeente
had
constant
een
bezettingsmacht
in
de
gemeente,
dit
in
verband
met
de
“Luftwaffe”
en
“Luftbauamt”,
onderhorig
aan
de
Fliegerhorstkommandatur
Antwerpen-
Deurne, Aussenstelle Hingene.
Uit iedere kerktoren op het Hingense grondgebied werden de klokken verwijderd. Dit gebeurde in juli 1943.
ANEKDOTES TIJDENS 1940-1944
Dit
verhaal
werd
niet
ontkend,
noch
gestaafd
door
het
Duitse
Archief
te
Freiburg.
Er
is
weet
van
een
“groot
bezoek”
aan
het
militaire
vliegveld
te
Hingene,
maar
verdere
details
zijn
niet
bewaard
gebleven.
Het
Duitse
Archief
meld
dat
er
veel
bezoeken
geheim
waren
en
in
de
periode
’38-’45
zijn
er
veel
documenten
vernietigd
geweest.
Laten
we
dit
verhaal dus beleven als een anekdote.
Jan
Roskam,
een
oud-strijder
uit
de
“Grooten
Oorlog”,
had
tijdens
de
bezetting
van
1940-1944
meer
dan
de
helft
van
zijn
huis
moeten
afstaan,
omdat
dit
aangeslagen
werd
door
de Duitse officieren. Dit was zeer tegen de zin van Jan, die tijdens WO1 veel ontbering heeft moeten ondergaan in een kamp voor krijgsgevangenen.
Op
een
dag
stond
het
bureau
in
rep
en
roer,
er
heerste
grote
nervositeit
en
iedereen
was
bezig
om
er
op
zijn
Paasbest
uit
te
zien.
Die
dag
zou
de
bevelhebber
van
de
Luftwaffe,
Hermann Göring, op bezoek komen.
Alle
voorbereidingen
voor
zijn
komst
werden
getroffen,
geen
burger
mocht
in
de
weg
lopen
en
ze
moesten
die
dag
uit
de
buurt
blijven.
Toen
was
het
zover.
Die
dag
landde
er
op
het
vliegveld
van
Hingene
een
passagiersvliegtuig
met
escorte.
De
deur
klapte
open
en
aar
verscheen
hij
dan.
Tijdens
een
gesprek
tussen
Göring
en
de
plaatselijke
officieren
kwam
ter
sprake
dat
Jan
Roskam,
van
wie
ze
een
deel
van
het
huis
hadden
aangeslagen,
ook
een
oud-strijder
was
van
de
Eerste
Wereldoorlog.
“Dit
is
een
uitstekende
propagandagelegenheid”
dacht
één
van
de
meegereisde
personen.
Twee
oud-strijders,
vroegere
tegenstanders
uit
een
bloedige
oorlog
die
nu
vredig
elkaar
de
hand
zouden
reiken.
Göring
was
er
zelf
ook
direct
voor
te
vinden
en
beval
aan
één
van
de
officieren
om
Jan
te
gaan
halen.
De
persfotograaf
stond
klaar,
maar
Jan
wou
er
niet
van
weten.
Met
de
vijand
op
de
foto?
Nooit!
Na
veelvuldig
aandringen,
richtte
één
van
de
soldaten
zijn
wapen
op
Jan…
Klaar
om
de
vuren,
want
dit
was
een
kaakslag
voor
Göring
en
het
Duitse
volk.
“Halt!”
riep
Göring.
“Deze
man
heeft
al
in
een
oorlog
voor
zijn
Vaderland
gestreden,
laat
hem.
Dit
is
een
voorbeeld
van
vaderlandsliefde
en
mochten
al
onze
soldaten
zo
standvastig
zijn,
dan
hadden
we
de
oorlog
al
gewonnen”.
Jan
Roskam
mocht
terug
naar
zijn
vertrekken
gaan
om
even
te
bekomen
van
het
moment.
Nadien
zocht
Göring
hem
weer
op:
Herr
Roskam!
We
zijn
vijanden,
maar
hier
sta
ik
voor
jou
als
mens.
Wilt
u
alsnog
mij
de
hand
drukken?”
En
zo
geschiede
het
dat
twee
oud-strijders
elkaar
de
hand
drukten, zonder camera’s of getuigen. Is dit waarheid of blijft het een mythe? Wie zal het zeggen…
In 1943 rijdt er op een dag in Hingene een bus in de wal van het parkdomein van de d’Ursels. Het duurt minstens 3 dagen voor ze uit de wal getrokken is.
Tijdens
een
wandeling
langs
een
gemaaid
stroveld
zien
twee
jongeren
een
kiepwagen
staan.
Bij
het
naderen
van
deze
hooiwagen
horen
ze
vreemde
geluiden
uit
het
hooi
komen.
Ze
besluiten
bij
wijze
van
grap
het
hooi
te
kiepen,
waarna
er
uit
de
berg
hooi
een
Duitse
soldaat
en
twee
Hingense
vrouwen
springen.
En
zij
dachten
rustig
te
kunnen
stoeien, maar dan hadden ze niet op die twee jonge belhamels gerekend.
Op
een
nacht
vallen
er
twee
“vliegende
bommen”
op
den
Hul
in
Wintam.
De
hele
wijk
wordt
met
de
grond
gelijkgemaakt
en
verschillende
doden
vallen
er
te
betreuren.
Een
klein
kind
dat
onder
de
Leuvense
stoof
sliep
overleefd
dit
drama
waarbij
verschillende
Wintamenaars
het
leven
lieten.
Het
hele
dorp
werkte
samen
om
gewonden
en
doden
vanonder
het puin te halen.
COLLABORATIE OF GEWOON DE VERKEERDE KEUZE
Tijdens
de
oorlog
vielen
sommigen
ten
prooi
aan
de
verleiding
van
de
collaboratie.
Sommigen
uit
een
diep
Christelijke
overtuiging
om
te
vechten
tegen
de
Bolsjewieken,
anderen
omdat
ze
lid
waren
van
de
Nieuwe
Orde
of
van
rechtse
politieke
partijen
zoals
het
VNV,
Verdinaso
en
dergelijke
èn
nog
anderen
omdat
ze
alle
geloof
in
de
Belgische
staat
verloren hadden, omdat de koning zo snel bevolen had om de wapens neer te leggen en te capituleren.
Nog
anderen
werden
verleid
omdat
ze
geen
werk
hadden
en
er
brood
op
de
plank
moest
komen
voor
het
gezin.
Er
zijn
wel
duizenden
redenen
om
te
kiezen
voor
collaboratie,
net
als
er
duizenden
redenen
waren
om
te
kiezen
voor
hard
verzet
(weerstanders).
De
Duitse
bezetter
speelde
ook
handig
in
op
het
gevoel
van
sommige
burgers.
Zij
gebruikten
de propagandamachine als wapen om hun doel te bereiken.
Zo
ook
werd
Ferdinand
Van
Laeken
verleid
om
voor
zijn
gezin
en
zijn
politieke
overtuiging
te
gaan
vechten
tegen
het
communistische
gevaar
uit
het
Oosten.
Op
19
oktober
1942
meldde
hij
zich
bij
het
Organisation
Todt
om
zich
zo
in
de
strijd
te
werpen
voor
Vlaanderen
en
Europa
(zo
sprak
de
Duitse
propagandamachine).
Op
de
eindeloze
Russische
steppe werd hij getroffen door een kogel en stierf op 9 april 1943 ergens midden-Rusland.
De
Organisation
Todt
(OT)
was
een
Duitse
bouwmaatschappij
tijdens
het
bestaan
van
nazi-Duitsland,
genoemd
naar
de
oprichter
Fritz
Todt.
De
organisatie
werd
in
1938
opgericht. In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie opgeheven.
Organisation
Todt
was
een
Duitse
overheidsorganisatie
en
aanvankelijk
onderdeel
van
het
Duitse
Ministerie
voor
Bewapening
en
Munitie.
Na
het
uitbreken
van
de
oorlog
kreeg
de
organisatie
steeds
meer
bevoegdheden.
In
het
kader
van
“Bouwen
aan
een
nieuw
Duitsland”
gaf
ze
leiding
aan
de
bouw
van
de
Atlantikwall.
Op
vrijwillige
basis
en
in
het
kader van de Arbeitseinsatz werden arbeiders aan het werk gezet. Ze bouwden onder andere bunkers, kustversterkingen en wegen.
Verzetsgroep De Zwarte Hand
Marcel De Mol, de koster van Tisselt kon het niet meer aanzien dat er openlijk gecollaboreerd werd door bepaalde Vlaamse partijen in het gemeentebestuur.
Hij
nodigde
Staf
Vivijs
uit
voor
een
persoonlijk
gesprek
(
juni
1940)
en
stelde
voor
het
doen
en
laten
van
de
Duitsgezinde
Vlamingen
te
noteren
om
na
de
oorlog
deze
collaborateurs
te
ontmaskeren.
Ook
zouden
er
pamfletten
worden
verspreid
om
het
VNV-gemeentebeleid
aan
de
kaak
te
stellen.
Na
verdere
contacten
werd
in
augustus
de
verzetsgroep ‘De Zwarte Hand‘ geboren.
Op
21
juli
1941
brengen
enkele
Zwarte
Handleden,
waaronder
Verhavert,
De
Bondt
en
Van
Beneden,
de
radioapparatuur
naar
een
verlaten
schuur
in
Tisselt,
waar
Frans
Van
Beneden
het
toestel
operationeel
maakt.
Koster
De
Mol
had
zelfs
zijn
piano
meegebracht
en
na
het
spelen
van
het
Belgische
volkslied,
spreekt
Albert
De
Bondt
de
luisteraars
toe en roep De Zwarte Hand op tot verzet tegen de bezetter.
Om
zich
te
kunnen
verdedigen
tijdens
de
nachtelijke
activiteiten
schaft
de
verzetsgroep
wapens
aan.
Er
word
een
radiozender
opgezet
om
inlichtingen
over
de
militaire
infrastructuur van de Duitsers naar de geallieerden in Engeland te verzenden.
Zo
werd
er
bijvoorbeeld
over
het
vliegveld
van
Hingene
enkele
zaken
gerapporteerd:
Aantal
manschappen
en
burgerpersoneel,
aantal
en
types
van
de
vliegtuigen,
aard
van
de
inrichtingen
en
van
het
verdedigingssysteem.
Hierop
kwam
er
echter
geen
antwoord
vanuit
Londen.
Er
worden
ook
sabotage-acties
gepleegd
bijvoorbeeld
door
een
kerosineketel op het militair vliegveld van Hingene.
Het actieterrein van deze verzetsgroepering:
Tisselt
-
Boom
-
Bornem
-
Breendonk
-
Puurs
-
Sint
Amands
-
Londerzeel
-
Hingene
-
Mechelen
-
Niel
-
Schelle
-
Liezele
-
Ruisbroek
-
Lippelo
-
Oppuurs
-
Malderen
-
Merchtem
-
Steenhuffel - Mariekerke en Weert.
Aantal leden stijgt tot 111.
Verzetsgroep S.A. / G.L.
Het
Geheim
Leger
was
een
gewapende
Belgische
verzetsgroepering
tijdens
de
Tweede
Wereldoorlog,
ook
bekend
onder
de
benamingen
‘Het
Belgisch
Legioen’
en
‘Het
Leger
van België’. De stichter was Charles Claser.
Oorspronkelijk
was
het
doel
van
deze
groepering
een
militair
bestuur
op
te
richten
en
de
koning,
Leopold
III,
grotere
bevoegdheden
toe
te
kennen
bij
een
Duitse
terugtrekking.
Dit
was
aan
het
begin
van
de
oorlog.
Vele
militairen
zagen
de
oorzaak
van
de
Belgische
nederlaag
in
het
falen
van
het
vooroorlogse
politieke
regime.
De
militairen
waren
aanhangers
van
een
sterke
uitvoerende
macht
in
handen
van
de
koning.
Tijdens
de
eerste
maanden
van
de
bezetting
bleek
overal
de
militaire
zege
van
de
Duitsers.
Velen
dachten
dat
vredesonderhandelingen
niet
meer
veraf
waren
en
dat
deze
ertoe
zouden
leiden
dat
Duitsland
zijn
troepen
uit
België
zou
terugtrekken.
Uit
angst
dat
separatistische
en/of
extreem-linkse
groeperingen
van
dit
machtsvacuüm
zouden
profiteren,
troffen
de
militairen
maatregelen.
In
die
sfeer
ontstond
het
Belgisch
Legioen,
La
Phalange
en
Het
Heropgericht Leger. In juni 1941 fusioneerden deze drie para-militaire groeperingen tot Het Legioen van België.
De
belangrijkste
acties
van
het
Geheim
Leger
(en
zijn
voorgangers)
kwamen
na
juni
1944,
vooral
na
de
landing
van
de
geallieerde
strijdkrachten
in
Normandië.
Op
dat
moment
verstoorde
het
Geheim
Leger,
met
intussen
54.000
leden,
het
treinverkeer,
de
bruggen
en
communicatielijnen
van
de
bezetter.
Verdere
militaire
acties
tijdens
de
bevrijding
bleven beperkt, gezien de snelle opmars van de geallieerde troepen, tenzij in de Ardennen, waar nog enige strijd te leveren was.
Het
Geheim
Leger
slaagde
er
ook
in
vele
Duitse
soldaten
gevangen
te
nemen
en
hun
aftocht
te
bemoeilijken.
Tijdens,
en
ook
na
de
bevrijding,
bood
het
Geheim
Leger
ook
nog
hulp aan de geallieerde troepen.
Demobilisatie
van
het
Geheim
Leger
kwam
er
in
oktober
1944.
Het
Leger
telde
toen
54.314
erkende
leden
en
was
daarmee
de
grootste
gewapende
verzetsorganisatie
van
België. Meer dan 4000 van haar leden stierven bij of na hun arrestaties in gevangenschap.
JOZEF AUGUST MEES - Gewapende weerstanden S.A. / G.L.
Vocht
tijdens
de
18-daagse
veldtocht
bij
het
2
de
Geniebataljon
van
10
mei
1940
tot
18
mei
1940.
Kon
zich
tijdens
de
bezetting
moeilijk
verzoenen
met
de
gerechtelijke
macht
wat resulteerde in smaad aan de rijkswacht op 10 juli 1942 (straf: 8 dagen of 26 frank).
Sloot zich op 1 maart 1943, als Sergeant, aan bij het Geheim Leger afdeling Sector II - District West-Mechelen tot 13 oktober 1944.
Zijn
grootste
acties
tijdens
de
bezetting
bestonden
uit
vernietigingen
op
het
vliegveld
van
Hingene,
strategische
plannen
ontvreemden,
brandstof
doen
verdwijnen,
aanwerving
van leden binnen het Geheim Leger en het verspreiden van propaganda.
Na de bevrijding nam hij deel aan de wacht aan de Schelde (het beletten dat Duitse troepen de Schelde konden oversteken). Gedemobiliseerd op 14 oktober 1944.
WILLY BERNARD MEES - Gewapende weerstanden S.A. / G.L.
Sloot zich op 1 maart 1943 aan bij het Geheim Leger afdeling Sector II - District West-Mechelen.
Zijn
voornamelijke
activiteiten
tijdens
de
bezetting
bestonden
uit
het
verspreiden
van
propaganda
en
vlugschriften
tegen
de
Duitse
bezetter.
Sinds
31
december
1943
moest
hij
onderduiken
omdat
de
Duitse
inlichtingendienst
hem
op
het
spoor
was
gekomen.
Omdat
de
Duitsers
hem
niet
te
pakken
kregen,
arresteerden
ze
zijn
broer
Jules
Mees
en
deze
werd overgebracht naar het concentratiekamp te Bergen-Belsen.
Na
de
bevrijding
deed
hij
mee
aan
de
bevrijdingsgevechten
als
oorlogsvrijwilliger
(graad:
soldaat)
onder
Engels
gezag.
Hij
nam
deel
aan
de
Wacht
aan
de
Schelde
(het
beletten
dat Duitse troepen de Schelde konden oversteken), de bevrijding van Merksem, Hoogstraten, Minderhout tot Holland met de Cie A.S./Mechelen. Verstekeling sinds 1946.
Na
de
bevrijding
van
Hingene
doken
menig
zogezegde
weerstanders
op
om
wraak
te
nemen
tegen
de
collaborateurs.
De
echte
verzetsleden
werden
ingezet
om
zogenaamde
collaborateurs op te pakken en weg te voeren naar Breendonk. Dit om hun eigen veiligheid te waarborgen.
“De
Duitsers
waren
niet
allemaal
slechte
mensen.
Wij
waren
ons
daar
heel
bewust
van.
Sommigen
moesten
ook
gewoon
vechten
voor
Duitsland,
met
of
zonder
zin.
Het
waren
niet allemaal Nazi’s. Maar als we een Duitser te pakken kregen, dan wist hij het wel. Het was nu eenmaal oorlog.”
“Tijdens
de
bevrijding
van
Merksem
hadden
de
Canadezen
en
Engelsen
enkele
Duitsers
gevangen
genomen.
Toen
die
gevangen
een
groepje
kaartende
Engelsen
passeerden,
wierp
een
Duitser
een
granaat
en
werden
er
enkele
gedood.
De
vergelding
kon
niet
lang
op
zich
laten
wachten.
De
Engelsen
namen
die
Duitser
vast,
legden
hem
op
de
kasseien
en
reden
er
met
hun
tank
(rupsbanden)
over.
Langs
beide
kanten
werd
de
conventie
van
Genève
met
de
voeten
getreden.
Maar
het
was
nu
eenmaal
oorlog
en
dat
haalt het slechtste in een mens naar boven. Hoe goed je het ook voor hebt.”
V1 en V2 (Vergeltungswaffe)
De
V1
(ook
wel
V-1)
was
het
eerste
Duitse
zogenaamde
V-wapen
uit
de
Tweede
Wereldoorlog
en
tevens
het
eerste
onbemande
straalvliegtuig
ter
wereld.
Het
was
de
voorloper
van
de
latere
kruisvluchtwapens.
hoewel
deze
meestal
met
een
raketmotor
werden
uitgerust.
In
totaal
zijn
er
meer
dan
30
000
V1’s
geproduceerd.
Het
merendeel
werd
vanuit
Nederland afgeschoten.
De
naam
V1
(Duitse
afkorting)
of
V-1
(Engelse
afkorting)
was
een
afgeleide
van
Vergeltungswaffe
1
(Vergeldingswapen).
Eigenlijk
was
de
aanduiding
Fieseler
Fi
103
of
FZG-76
(FZG
betekende
Flakzielgerät
ofwel
luchtafweerdoelapparaat).
De
V1
wordt
wel
aangeduid
met
‘raket’
maar
is
dit
niet
omdat
hij
gebruik
maakt
van
vliegtuigvleugels
voor
zijn
draagvermogen en geen raketmotor heeft. Hij is dus een onbemand vliegtuig. De V2 is wel een raket.
De
V2
was
de
eerste
onbemande
geleide
ballistische
raket.
De
Aggregat
4,
A-4,
later
hernoemd
in
V2,
was
de
opvolger
van
de
V1.
Als
brandstof
voor
de
hoofdmotor
fungeerden
ethylalcohol
en
vloeibare
zuurstof.
De
brandstofpompen
liepen
op
waterstofperoxide
(“T-stoff”)
met
natriumpermanganaat
(“Z-stoff”)
als
katalysator.
De
raket
werd
verticaal
gelanceerd.
Een V2 bereikte een maximale hoogte van 83 tot 93 km en had een bereik tussen 321 en 362 km.
De
laatste
versies
hadden
een
bereik
van
450
km[1].
De
springkop
bestaande
uit
Amatol
Fp60/40,
woog
circa
738
kg
en
kon
een
heel
huizenblok
wegvagen.
Vlak
voor
het
afslaan
van
de
raketmotor
woog
een
V2
nog
4040
kg.
De
raket
startte
bij
1
G
en
bereikte
8
G
bij
het
afslaan
van
de
motor.
Hij
viel
omlaag
met
3600
km/u
en
sloeg
in
met
3x
de
snelheid van het geluid.
De raket werd voor het eerst operationeel ingezet op 8 september 1944; de doelen waren Parijs en Londen.
Ook de gemeente Hingene bleef niet gespaard van deze dreiging.
Hieronder een overzicht van de inslagen in onze gemeente:
•
Maandag 23 oktober 1944 - V1 - Eikevliet - Naast de Vliet - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Woensdag 13 december 1944 - V1 - Wintam - Op het gehucht de “Driepikkel” - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Maandag 1 januari 1945 - V2 - Wintam - In een veld 20 meter van de F. De Laetstraat - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Donderdag 11 januari 1945 - V2 - Hingene - Eikerheide in een veld nabij het vliegveld - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Woensdag 17 januari1945 - V1 - Hingene - Hingenebroek nabij paviljoen De Notelaer - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Donderdag 15 februari 1945 - V1 - Hingene - Aan de Rupeldijk - Geen doden / enkele huizen beschadigd.
•
Donderdag 8 maart 1945 - V1 - Wintam - Op de Hul (De Laetstraat) - 18 doden en vele gewonden / 4 huizen weggevaagd.
DE BEVRIJDING
Op
4
september
1944
om
12u15,
met
“Hingene
Kermis”,
reden
tankeenheden
van
het
Britse
2nd
Armoured
Division
onze
gemeente
binnen.
De
overgebleven
Duitse
manschappen
van
de
Luftwaffe
hadden
amper
een
uur
voordien
de
benen
genomen.
De
vernielingen
die
de
Britten
aantroffen
waren
in
mindere
mate
te
danken
aan
de
Duitse
troepen,
maar
eerder
aan
de
plunderende
bevolking.
Althans
had
het
Kommandatur
het
bevel
gegeven
om
alle
militaire
installaties
op
en
rond
het
vliegveld
te
vernietigen,
maar
door
tijdgebrek
bleven
de
vernietigingen
enkel
beperkt
door
het
verbranden
van
documenten.
Van
gruweldaden,
gepleegd
door
de
Duitsers
als
vergelding,
bleven
de
Hingenaars
gespaard.
In Eikevliet werd de brug opengezet om te verhinderen dat de Duitsers Ruisbroek konden bereiken. Zo zetten zij koers naar Boom en werd de brug van Eikevliet gered.
Ook
vermeende
en
niet-vermeende
weerstanders
doken
op
tijdens
de
bevrijding.
Wat
ze
deden
was
niet
altijd
even
schitterend
en
menselijk
te
noemen.Inwoners
die
verdacht
werden
van
collaboratie
werden
hardhandig
aangepakt
door
de
eigen
bevolking.
Swastika’s
werden
op
ontbloote
borsten,
het
gezicht
of
op
andere
plaatsen
geschilderd
en
het
haar
werd
kortgeknipt.
Echte
weerstandslieden
kregen
de
opdracht
om
verdachte
collaborateurs,
ter
bescherming
tegen
de
hysterische
massa,
op
te
pakken
en
te
vervoeren
naar
het
Fort
van
Breendonk.
Om
verdere
baldadigheden
te
voorkomen
kregen
de
leden
van
het
verzet
een
kaart
waarop
ze
duidelijk
konden
aantonen
dat
ze
bij
een
groepering
behoorden. Wie geen kaart had en zich nog steeds voordeed als een weerstander, viel zo snel door de mand.
De
Engelsen
sloegen
hun
kamp
op
aan
het
vliegveld
en
deden
militaire
oefeningen
in
het
parkdomein
van
d’Ursel.
De
Britse
aanwezigheid
in
de
gemeente
werd
al
snel
een
vertrouwd
beeld
en
ze
waren
steeds
zeer
vriendelijk
tegen
de
plaatselijke
bevolking,
in
het
bijzonder
tegen
de
jonge
“lady’s”.
Al
snel
vormden
er
zich
koppeltjes
tussen
Engelse
“Tommy’s” en meisjes uit de gemeente.
MET SPECIALE DANK AAN:
•
De Zwarte Hand vzw (Dirk Michiels & Hilde Vivijs) -
www.dezwartehand.be
•
Archief Belgisch Leger te Evere (Blok 6C)
•
Gemeentelijk Archief te Bornem
Persoonlijke verzameling die onze ter beschikking werd gesteld door onderstaande personen:
Tim Saerens - Jef Pauwels - Werner Scheers - Jan Hintjens - Steve Roskam - Björn Van Eetvelt - Danny Pauwels - Leontine De Wit