DE PERS SCHREEF:
A Hingene – Collision entre gendarmes et habitants. – Six blessés.
Dimanche
soir,
à
Hingene
lez-Puers,
une
collision
a
eu
lieu
entre
la
population
et
la
gendarmerie.
Cette
dernière
a
tiré
sur
la
foule,
blessant
six
personnes,
dont
plusieurs
mortellement.
Un
des
blessés,
Van
Vracem,
a
reçu
une
balle
dans
la
poitrine;
un
autre,
Van
Gucht,
a
la
ouissi
traversée
par
une
balle;
trousième,
De
Broey,
est
atteint
au
poignet
et
au
basventre;
un
quatrième,
Eug.
Van
Herbruggen,
a
reçu
une
décharge au cou; un cinquième, Van Damme, a été atteint à la pointrine, et un sixième, De Smet, à la jambe droite.
Bron: Vingtième Siècle (Le) 10-08-1909; p. 2
Bloedige botsing te Hingene
Aangaande
de
jammerlijke
botsing
die
zondag
avond
tusschen
de
bevolking
en
de
gendarmen
plaats
had,
wordt
nog
het
volgende
gemeld:
Sinds
acht
dagen
werd
er
gescharminkeld
voor
de
woning
van
een
inwoner,
verdacht
zich
slecht
te
gedragen.
Zondag
moest
een
laatste
gescharminkel
gebeuren
en
eene
strooien
pop,
den
persoon
in
kwestie
voorstellend,
verbrand
worden.
De
burgemeester,
hertog
d’Ursel,
en
de
eerste
schepene
hadden
bijzondere
maatregelen
genomen
om
alle
onlusten
te
voorkomen.
De
gendarmerie
van
Bonheiden
was
geroepen.
Verleden
donderdag
reeds
had
men
gendarmen
gesteenigd,
die
samenscholingen
voor
het
huis
uiteen
gedreven
hadden.
Zondag
avond
was
gansch
de
bevolking
van
Hingene,
eene
gemeente
van
4000
zielen,
te
been.
De
gendarmerie,
vergezeld
van
den
veldwachter,
bevond
zich
in
eene
straat,
niet
ver
van
het
bewust
huis.
Nadat
de
voddenvent
verbrand
was,
ging
de
menigte
uiteen.
Vele
inwoners
keerden
huiswaarts,
terwijl
de
anderen
naar
de
herbergen
gingen
en
bijzonder
naar
eene
herberg
in
de
buurt
van
den
geschaminkelde.
Zij
jouwden
de
gendarmen
uit
toen
deze
voorbij
kwamen.
Deze
laatsten
trokken
den
revolver
en
richtten
zich
naar
de
herberg.
De
commandant
bevool
aan
de
verbruikers
te
zeggen
wie
gejouwd
had.
Daar
niemand
antwoordde,
loste
hij
vier
schoten
tusschen
den
hoop.
Twee
verbruikers
stuikten
doodelijk
gekwetst
ten
gronde.
De
commandant
herlaadde
zijn
wapen
en
loste
nog
vijf
schoten,
altijd
tusschen
den
hoop
verbruikers.
’t
Was
toen
dat
de
genaamde
Vandamme
gekwetst
werd;
de
ongelukkige
kon
evenwel
nog
vluchten.
Zekere
Vanherbruggen,
vader
van
acht
kinderen,
verliet
de
herberg
en
riep,
toen
hij
de
gekwetsten
op
den
grond
zag
liggen,
tot
den
brigadier:
“Nu
dat
gij
toch
bezig
zijt,
schiet
mij
ook
maar
dood!”
Op
’t
zelfde
oogenblik
werd
de
arme
man
door
een
kogel
in
de
hals
getroffen,
en
viel
op
zijne
gekwetste
makkers.
De
menigte
kwam,
op
’t
geknal
der
schoten,
op
straat
en
was
zoo
verbitterd
tegen
de
gendarmen,
dat
deze
de
vlucht
moesten
nemen.
Men
droeg
de
gekwetsten
in
de
herberg
waar
zij
verzorgd
werden.
De
E.H.
Verhaegen,
pastoor
der
parochie,
kwam
vier
gekwetsten
de
laatste
H.
Sakramenten
toedienen.
Maandag
morgend
is
het
parket
van
Mechelen
ter
plaats
gekomen.
De
brigadier
van
de
gendarmerie
zegt
dat
hij
op
het
volk
geschooten
heeft,
omdat
er
naar
hem
en
zijne
makkers
met
steenen geworpen werd. Over de omstandigheden van het bloedig voorval is een streng onderzoek geopend.
Bron: Nieuws Van Den Dag (Het) 11-08-1909; p. 1
Wat meer koelbloedigheid
Zijn
wij
de
eeuw
van
’t
woest
geweld
ingetreden?
Men
zou
het
gaan
denken
als
men
de
gebeurtenissen
nagaat.
De
feiten
die
zich
te
Hingene-Puers,
in
het
Antwerpsche,
hebben
voorgedaan
en
die
wij
thans
mededeelen,
hebben
nogmaals
bewezen
dat
niet
voorzichtig
genoeg
kan
te
werk
gegaan
worden,
wanneer
men
wapens
en
wacht
ter
beschikking
stelt
van
staatsburgers,
die
niet
de
noodige
kalmte
en
zelfbeheersching
bezitten
in
de
ure
van
spanning
of
maatschappelijk
geharrewar.
De
lessen
van
’t
verleden
zijn
nochtans
daar
om
de
overheid
tot
krachtig
optreden
aan
te
sporen.
Wanneer
men
klerikale
officiers
der
burgerwacht
van
Leuven
peletons-vuur
hoort
bevelen
op
eene
bende
ruststoorders
die
het
enkel
gemunt
hadden
op
de
ruiten
van
minister
Schollaert;
wanneer
men
een
majoor
der
Chaskens
uit
zijn
vel
ziet
springen,
aan
’t
hoofd
van
zijn
korps,
omdat
hem
eenige
woorden
worden
toegeworpen,
zou
het
plicht
heeten,
meenen
we,
allen
die
gezag
voeren
of
wapens
hanteeren,
tot
meer
kalmte
aan
te
zetten
en
slechts
in
den
uitersten
nood
te
dreigen
met
lood
en
dood.
Dan
zouden
de
mannen
die
zich
te
Hingene
hebben
onderscheiden
er
tweemaal
hebben
over
nagedacht
vooraleer
onder
eene
opeengepakte menigte te schieten omdat hun het scheldwoord “Opeters van ’t gouvernement” werd toegeroepen.
Bron: Laatste Nieuws (Het) 11-08-1909; p. 1
Bloedige tooneelen te Hingene-Puers
De gendarmen schieten onder ’t volk. Zes personen doodelijk getroffen door revolverschoten.
Men
schrijft
ons:
Sinds
eenige
dagen
stond
de
gemeente
Hingene
bij
Puers
in
opschudding
ten
gevolge
van
het
scherminkelen
der
jeugd,
en
ook
der
gezette
menschen
aan
’t
adres
van
een
inwoners
en
eene
weduwe.
Dit
alles
liep
zonder
groote
wanordelijkheden
af
wanneer
burgemeester
d’Ursel
in
’t
vooruitzicht
van
wanorders
de
rijkswacht
van
Bornhem
ontbood.
De
gendarmen,
naar
de
getuigenis
van
de
meeste
inwoners,
stelden
zich
zeer
zonderling
aan.
Zondag
avond
rond
10
uur
had
de
jeugd,
zoals
het
bij
scherminkelen
gebeurt,
een
strooien
pop
verbrand
vóór
de
deur
der
weduwe
en
de
menigte
was
joelend
en
opgewonden.
Toch
trok
eenieder
stilaan
af
en
een
aanzienlijke
groep
buitenlieden
begaf
zich
naar
de
herberg
De
Boerenhandel
waar
de
gendarmen,
die
zich
op
hunne
beurt
terugtrokken,
moesten
voorbij
gaan.
Naar
’t
schijnt
zouden
de
gendarmen
reeds
in
den
vooravond
zijn
beleedigd
geworden
en
de
menigte
hebben
bedreigd
met
hunne
wapens.
Thans,
wanneer
zij
voorbij
Den
Boerenhandel
kwamen,
werden
eenige
steenen
geworpen
en
de
scheldwoorden
“opeters
van
’t
gouvernement”
hun
toegeroepen.
De
brigadier
kwam
op
de
groep
personen
af
en
vroeg:
Wie
durft
ons
beleedigen?...
Op
’t
zelfde
oogenblik
traden
een
tiental
andere
personen
op
straat,
die
niet
eens
wisten
wat
er
gaande
was
en
luidruchtig
riepen.
Zich
bedreigd
achtend,
trok
de
aanvoerder
zijne
revolver
en
schoot
viermaal
in
den
hoop!
Vier
personen
vielen
neer.
Dadelijk
herlaadde
de
woestaard
zijn
wapen
en
schoot
daarna
nog
vijfmaal.
De
personen
ziende
ten
gronde
liggen,
sprong
de
genaamde
Vanherbruggen,
vader
van
8
kinderen,
buiten
en
riep
tot
de
gendarmen:
“Schiet
mij
nu
ook
maar
dood!”
Hij
ontving
een
kogel
in
den
hals
en
stortte
op
het
lichaam
der
andere
gewonden.
Daarna
gevolgd
door
de
andere
gendarmen
en
den
veldwachter,
ging
hij
op
de
vlucht,
daar
de
menigte
zich
op
hem
wilde
werpen.
Het
parket
van
Mechelen
is
Maandag
te
Hingene
afgestapt
om
een
onderzoek
over
deze
zaak
in
te
stellen.
De
gendarm,
ondervraagd,
beweert
dat
hij
getroffen
werd
door
eenen
steen
en
daarom
zijn
wapen
op
het
volk
afschoot.
De
gewonde
personen
zijn:
Van
Vracem,
25
jaar,
mandenmaker,
kogel
in
de
borst,
doodelijk
getroffen;
Victor
Van
Damme
,
23
jaar,
kogel
in
de
linkerbil:
zijn
toestand
is
zeer
bedenkelijk;
De
Boey
,
24
jaar,
mandenmaker,
kogel
in
de
linker
heup;
Vanherbruggen
,
34
jaar,
gehuwd,
kogel
dwars
door
den
hals
gevlogen;
Desmet
,
kogel
in
het
rechterbeen.
De
geesten
zijn
ten
hoogste
opgewonden
te
Hingene
en
heeft
het
drama
doodelijke
gevolgen,
dan
staat
het ergste te vreezen.
Bron: Laatste Nieuws (Het) 11-08-1909; p. 1
scherminkelen:
Ketelmuziek
of
scherminkelen
is
een
vorm
van
lawaaimaken.
De
term
is
afkomstig
van
het
lawaai
dat
gemaakt
werd
voor
de
deur
van
een
persoon
wiens
gedrag
tot
verontwaardiging
leidde.
Het
lawaai
werd
gemaakt
door
trommelen
op
ketels
en
pannen,
slaan
met
potdeksels,
geschreeuw
en
getoeter.
Het
maken
van
ketelmuziek
is
in
Siddeburen
een
traditie,
waar
kinderen
jaarlijks
in
september
in
een
optocht ketelmuziek maken
.
Collision sanglante entre gendarmes et villageois a Hingene lez Puers
Dimanche
soir,
à
Hingene
lez
Puers,
une
collision
a
eu
lieu
entre
la
populationet
la
gendarmerie.
Cette
dernière
a
tiré
sur
la
foule,
blessant
six
persones,
dont
plusieurs
mortellement.
Un
des
blessés,
Van
Vracem,
a
reçu
une
balle
dans
la
poitrine,
un
autre,
Van
Gucht
,
a
la
cuisse
traversée
par
une
balle;
un
troisiême,
De
Broey,
est
atteint
au
poignet
et
au
bas-ventre;
un
quatrième,
Eug.
Van
Herbruggen,
a
reçu
une
décharge
au
cou;
un
cinqième,
Van
Damme,
a
été
atteint
à
la
poitrine,
et
un
sixième,
De
Smet,
à
la
jambe
droite.
Le
parquet
de
Malinese
est
attendu.
Nouveaux
détails
–
On
nous
téléphone
lundi
soir:
Depuis
huit
jours,
on
organisait
des
charivari
devant
la
demeure
d’un
habitant,
soupçonné
d’inconduite,
à
Hingene.
Dimanche,
devait
avoir
lieu
un
dernier
charivari,
au
cours
duquel
un
mannequin,
représentant
l’habitant
en
question,
devait
être
brûlé.
Le
bourgmestre
de
la
commune,
M.
le
duc
d’Ursel,
et
le
1
e
échevin,
avaient
pris
des
mesures
spéciales
pour
prévenir
des
troubles.
A
cet
effet,
la
gendarmerie
de
Boonheim
(Bornhem)
avait
été
réquisitionée.
Jeudi
dernier
déjà,
les
gendarmes
étant
en
tournée,
avaient
été
assaillis
à
coups
de
pierre,
lorsqu’ils
avaient
dispersé
des
attroupement
devant
la
maison
don
til
s’agit
Dimanche
soir,
toute
la
population
d’Hingene,
commune
de
4,000
âmes,
était
sur
pied.
La
gendarmerie,
accompagnée
du
garde-
champêtre
,
s’était
postée
dans
une
rue
à
proximité
de
la
maison.
Après
que
le
mannequin
eut
été
brûlè,
la
foule
de
dispersa.
Beaucoup
d’habitants
rentrèrent
chez
eux;
d’autres
s’en
allèrent
dans
les
cabarets,
surtout
dans
un
cabaret
voisin
de
la
maison.
Ils
se
mirent
à
huer
les
gendarmes
à
leur
passage.
Ceux-ci,
mettant
le
revolver
au
poing,
se
dirigèrent
vers
l’estaminet.
Le
commandant
intima
aux
consommateurs
de
faire
connaître
ceux
qui
avaient
hué.
Comme
personne
ne
répondit,
il
tira
quatre
coups
de
revolver
dans
le
tas.
Deux
consommateurs
roulèrent,
mortelle
ment
blessés
sur
le
sol.
Le
commandant
rechargea
son
arme
et
la
déchargea
encore
cinq
fois,
toujours
dans
le
tas.
Blessant
grièvement
dans
le
ventre
un
nommé
Vandamme.
Quoiquegrièvement
blessé,
celui
ci
put
encore
s’enfuir.
Un
nommé
Van
Herbruggen,
père
de
huit
enfants,
sortant
de
l’estaminet
et
voyant
le
victimes
étendues
sur
le
sol,
s’écria,
en
se
retournant
vers
le
brigadier
de
gendarmerie:
“Tant
que
vous
y
êtes,
tuez-moi
aussi!”
Au
même
instant,
une
balle
l’atteignit
au
cou;
le
melheureux
roula
sur
le
corps
de
ses
camarades.
La
foule
se
précipita
sur
la
rue;
elle
devint
tellement
menaçante
que
les
gendarmes
durent
s’enfuir.
On
rentra
les
blessés
dans
l’estaminet
pour
leur
donner
des
soins.
M.
le
curé
Verhaegen
a
administré
les
sacrement
des
mourants
aux
quatre
blessés.
Le
matin,
lundi,
le
parquet
de
Malines
a
fait
une
descente
sur
les
lieux.
Le
commandant
de
la
gendarmerie
dit
qu’il
a
tiré
sur
la
foule,
parce
qu’il a été atteint par des pierres qu’elle a lancées sur lui et sur ses collègues.
Bron: Avenir Du Luxembourg (L') 11-08-1909; p. 3
Het drama van Hingene
Overbrenging van vier gekwetsten naar het Stuyvenberggasthuis.
Vier
der
getroffenen
van
het
bloedig
drama
te
Hingene,
zijn
met
de
Wilfordboot
naar
Antwerpen
overgekomen
en
verder
daar
het
Stuyverberggasthuis
overgebracht,
om
er
heelkundige
bewerking
te
ondergaan.
Het
waren
de
vier
ergst
getroffenen:
Edm.
Van
Vracem
,
25
jaar
oud,
mandermaker,
die
een
kogel
in
de
borst
heeft
en
in
de
ruggengraat
bleef
zitten.
De
kogel
is
nu
uit
de
wonde
verwijderd.
De
tweede
is
Pieter
Van
Gehucht
,
23
jaar
oud,
met
een
kogel
in
den
bil.
De
derde
is
de
23
jarige
Victor
Van
Damme
,
wiens
borst
door
een
kogel
doorboord
werd.
Hij
was
vergezeld
van
zijnen
broeder.
Van
Damme
kon
maar
op
eene
zijde
liggen
en
lijdt
het
meest
van
allen.
Het
vierde
slachtoffer
is
Eug.
Van
Herbrugge
,
34
jaar
oud,
vader
van
3
kinderen,
die
een
kogel
in
den
hals
kreeg.
Deze
was
vergezeld
van
zijne
moeder.
Mevr.
de
hertogin
d’Ursel,
heeft
de
gekwetsten
aan
boord
van
de
Wilford
en
verder
naar
het
gasthuis
vergezeld.
Ook
had
de
hertogin
d’Ursel
verschillende
harer
bedienden
bij,
om
de
gekwetsten
alle
mogelijke
hulp
te
verleenen.
Alle
vier
hebben
de
heelkundige
bewerking
reeds
ondergaan.
Gisteren
waren
er
nog
een
paar,
wier
toestand
allerbedenkelijkst
was,
doch
heden
was
deze
verbeterd
en
men
hoopt
alle
vier
in
’t
leven
te
houden.
Uit
Hingene
wordt
gemeld
dat
Dinsdag
namiddag
de
genaamde
Alfons
Boey
,
23
jaar
oud,
in
de
woning
zijner
zuster,
Hoogstraat,
overleden
is.
Blijft
nog
over
te
Hingene
zekere
J.
De
Smet
,
die
slechts
licht
aan
den
bil
door
een
kogel
werd
getroffen.
Ieder
bewoner
van
Hingene
spreekt
met
den
grootsten
lof
over
den
burgemeester,
hertog
d’Ursel
en
zijne
gade,
Mevrouw
de
hertogin
d’Ursel, die al doen wat mogelijk is om het lijden der gekwetsten te verzachten en de familieleden der getroffenen te troosten.
Bron: Handelsblad (Het) 12-08-1909; p. 4
Een gendarm schiet op het volk
Doodelijk
gewonden.
Zooals
men
weet,
bestaat
nog,
vooral
op
den
buiten,
de
gewoonte
van
„scherminkeringen"
te
houden
voor
het
huis
van
personen,
tegen
wie
men
afkeuring
wil
uitdrukken
voor
een
of
ander
feit.
Men
gaat
daar
met
ketelmuziek
een
lawij
van
alle
duivels
houden
en
ten
slotte
steekt
men
dan
eene
strooien
pop,
die
het
voorwerp
der
scherminkering
verbeelden
moet,
voor
het
huis
in
brand.
Nu
had
men
het
in
de
gemeente
Hingene,
bij
Puers,
gemunt
op
eene
40'jarige
vrouw,
die
men
beschuldigde
van
wangedrag,
en
het
ketelmuziek
had
daarreeds
negen
dagen
geduurd
en
aanleiding
gegeven
tot
veel
woeling
in
het
dorp.
De
burgemeester,
hertog
Robert
d'Ursel,
had
vruchteloos
getracht
de
gemoederen
tot
bedaren
te
brengen
en
daar
nu,
tegen
Zondagavond
een
laatste
schermingkering
was
aangezegd,
waren
door
den
heer
burgemeester
en
door
den
eersten
schepen,
M.
Van
Kerckhoven
,
de
noodige
maatregelen
genomen
en
had
de
veldwachter
versterking
bekomen
van
de
gendarmerie
van
Bornhem
.
Verleden
Donderdag
was
er
reeds
met
steenen
geworpen
naar
de
gendarmen,
toen
deze
de
menigte
van
het
huis
der
vrouw
wilde
verwijderen.
Zondag-avond,
bij
het
verbranden
der
pop
schat
men
dat
heel
de
bevolking
Hingene,
4000
man,
te
been
was.
Gedurende
het
woeste
tooneel
waren
de
gendarmen
en
de
veldwachter
in
eene
naburige
straat
toeschouwers
gebleven,
omdat
er
toch
niets
dan
erge
gevolgen
uit
eenige
poging
tot
beletten
der
scherminkering
zou
voortgesproten
zijn.
Nadat
nu
de
pop
was
verbrand,
ging
de
menigte
uiteen,
de
eene
naar
huis,
de
andere
naar
de
herbergen,
en
zoo
kwam
er
dan
ook
eene
bende
binnen
in
de
herberg
“den
Boerenhandel”
nabij
het
huis
der
vrouw.
Toen
de
gendarmen
daar
voorbij
kwamen
werden
zij
van
uit
de
herberg
beleedigd
en
riep
men
o.a.
tegen
hen:
Opvreters
van
't
gouvernement!
Die
lieden
mochten
dat
niet
doen,
maar
't
is
jammer
dat
de
bevelhebber
van
het
detachement
niet
koelbloediger
is
geweest.
Op
het
roepen
der
scheldwoorden
keerden
de
gendarmen,
den
revolver
in
de
hand,
op
hunne
stappen
terug,
en
vóór
de
herberg
gekomen,
sommeerde
de
bevelhebber
de
verbruikers,
die
buiten
zaten,
hem
te
zeggen
wie
er
geroepen
had,
waarop
niemand
antwoordde.
't
Is
nu
dat
het
drama
voorviel,
in
omstandigheden
die
het
parket
moet
ophelderen,
want
er
zijn
twee
lezingen:
Die
van
de
bevolking
die
staande
houdt,
dat
de
commandant
zonder
reden
en
zonder
de
minste
uitdaging
in
den
hoop
geschoten
heeft;
En
die
van
den
commandant,
die
zegt
dat
de
menschen
met
steenen
gooiden,
dat
de
veldwachter
van
Wintham
reeds
aan
het
hoofd
was
getroffen
en
dat
hij
door
een
steen
in
volle
borst
was
geraakt.
Wat
er
nu
van
zij,
op
dit
oogenblik
begon de bevelhebber der gendarmerie in den hoop te schieten, 4 kogels lossend uit zijn Browning-revolver, kaliber 7.
Twee
personen,
doodelijk
gekwetst,
vielen
neer.
Deze
slachtoffers
heeten:
de
eerste,
Petrus
Van
Gucht
,
23
jaar,
mandenmaker,
wonende
op
de
Wip,
hij
was
door
een
kogel
in
den
linkerbil
getroffen;
de
tweede:
Ed.
Van
Vracem
,
25
jaar,
bakker,
geraakt
door
een
kogel,
welke
hem
de
borst
doorboorde.
De
bevelhebber
laadde
zijn
revolver
opnieuw
en
schoot
nogmaals
5
keeren
zijn
wapen
af.
Nieuwe
slachtoffers
vielen.
De
genaamde
Victor
van
Damme
,
oud
23
jaar,
landbouwersknecht,
wonende
Groenstraat,
kreeg
in
den
buik
een
kogel
welken
den
rug
uitkwam.
Dit
slachtoffer
had
nog
den
moed
met
zijn
verschrikkelijke
wonde,
naar
de
ouderlijke
woning
te
loopen,
omtrent
20
minuten
afgelegen
van
de
plaats
van
het
drama.
Te
huis
viel
de
ongelukkige
neer,
door
bloedverlies
uitgeput.
Den
genaamden
Alf.
de
Boey
,
oud
24
jaar
mandenmaker,
wonende
Groenstraat,
werd
door
een
kogel
de
linkerpols
doorboord.
De
kogel
drong
hem
vervolgens
in
de
zijde,
waar
hij
bleef vastzitten.
Het
vierde
slachtoffer
viel
bewusteloos
nevens
het
andere.
Een
mandenmaker,
Eug.
van
Herbruggen
oud
34
jaar,
gehuwd
en
vader
van
8
kinderen,
waarvan
het
oudste
pas
negen
jaar
is
geworden,
hoorde
de
schoten
en
was
buiten
geloopen.
Toen
hij
zijne
vrienden
op
het
voetpad
uitgestrekt
zag
liggen,
riep
hij
tot
den
commandant:
„Als
het
zoo
gaat,
schiet
mij
dan
ook
maar
neder."
Op
hetzelfde
oogenblik
werd
de
ongelukkige
in
den
hals
door
een
kogel
getroffen,
die
langs
de
andere
zjjde
uitkwam.
De
man
stortte
neer
op
de
lichamen
zijner
makkers.
Dat
alles
was
gebeurd
in
minder
tijd
dan
noodig
was
om
die
beschrijving
te
geven.
Er
ging
een
nu
zoo
ijselijke
kreet
van
haat
uit
het
volk
op
dat
de
bevelhebber
wegsnelde
gevolgd
door
de
andere
gendarmen,
terwijl
men
de
gekwetsten
binnen
bracht
in
“den
Boerenhandel”
om
hunne
wonden
te
wasschen.
Het
was
Dr.
Joos
,
in
Wintham,
in
de
woning
van
den
gekwetste
Van
Damme
gevonden,
die
naar
de
herberg
ontboden
werd
en
die
aan
de
gewonden
de
eerste
zorgen
toediende.
Zij
waren
meest
allen
gevaarlijk
zoo
niet
doodelijk
getroffen
en
de
eerw.
heer
pastoor
Verhaegen
diende
hun
de
H.
Olie
toe,
alvorens
ze
naar
huis
vervoerd
werden.
Intusschen
waren
hertog
d'Ursel
,
burgemeester
en
M.
van
Kerkhoven
,
schepen
ter
plaatse
gekomen
en
bezwoeren
de
opgewonde
menigte
naar
huis
te
gaan,
waaraan
deze
ten
slotte
gevolg
gaf.
De
heer
burgemeester
en
de
heer
schepen
bleven
tot
4
ure
's
morgens
te
been
om
het
eerste
onderzoek
in
te
stellen
en
om
’t
parket
van
Mechelen
te
verwittigen,
Het
parket
is
Maandag
namiddag
ter
plaatse
geweest
-
het
bestond
uit
de
heeren
Meulemans
,
onderzoeksrechter;
Coppens
substituut
van
den
procureur
des
konings
en
zijn
griffier.
M.
de
onderzoeksrechter
heeft
de
gekwetsten
ondervraagd,
alsook
ooggetuigen.
Men
overhandigde
aan
't
parket
een
kogel
en
vijf
kardoezenhulzen
op
de
plaats
gevonden
waar
de
bevelhebber
stond
toen
hij
de
schoten
loste.
De
commandant
werd
ondervraagd
en
houdt
staande
dat
hij
gehandeld
heeft
in
staat
van
wettige
zelfverdediging.
Gisteren
lagen
de
gekwetsten
Van
Vracem
en
Van
Darmne
op
sterven;
er
bestaat
weinig
hoop
dat
men
ze
zal
kunnen in ’t leven houden.
Bron: Nieuwe Tilburgsche Courant – Nederland 12-08-1909; p. 2
Le drame de Hingene (1)
A
Hingene,
près
de
Puers
(Belgique)
deux
gendarmes
requis
pour
faire
cesser
un
charivari,
ayant
été
hués
par
la
foule
ont
fait
feu
de
leur
revolver sur des personnes sortant d’un cabaret. On compte sept blessés, dont plusieurs grièvement atteints.
Bron: Rappel (Le) – Frankrijk 12-08-1909; p. 3
Le drame de Hingene (2)
D’un
correspondant
d’Anvers;
12
août:
Une
des
victimes
du
drame
de
Hingene,
le
nommé
Van
Roey
est
morte.
Deux
des
blessés,
Van
Damme
et
Vracene,
qui
ont
été
transportés
à
l’hôpital
de
Stuyvenberg,
se
trouvent
toujours
en
danger
de
mort.
Nouveaux
détails
–
Tous
les
blessés
du
drame
de
Hingene
sont
arrivés
à
l’hôpital
de
Stuyvenberg.
Ce
matin,
on
déclarait
à
l’hôpital
que
l’état
de
Van
Damme
et
de
Van
Vracene
était
désespéré.
Quant
à
l’enquête,
rien
n’a
transpiré
jusqu’ici.
La
population
de
Hingene
est
fort
surexcitée
contre
les
gendarmes,
et le parquet a priél e commandant de ne pas se montrer à Hingene de peur de représailles.
Bron: Journal De Charleroi 13-08-1909; p. 3
Quotidiennes
Il
y
avait
à
Hingene
une
femme
qui
trompait
son
mari.
Cette
sorte
d’accident
est
fort
commune,
et
il
serait
téméraire
à
Hingene
d’en
réclamer
le
monopole.
Chez
nous,
le
laissins
se
débrouiller
tranquillement
avec
la
voisine.
C’est
un
compte
à
régler
entre
elle
et
lui,
et
qui
ne
nous
regarde
point.
Au
reste,
la
vie
deviendrait
par
trop
compliquée
s’il
fallait
s’intéresser
aux
deboires
conjugaux
de
ses
concitoyens
marqués
du
signe
qui
rendit
immortel
feu
Ménélas.
Nous
feranons
les
yeux,
charitablement,
sur
le
malheur
des
autres,
avec
la
secrète
satisdaction
de
penser
que
nous
sommes
à
l’abri
d’un
tel
sort
et
que
nos
fronts
ne
sont
pas
faits
pour
cette
floraison-là.
Les
insulaires
d’Hingene
ont
sur
l’aduktère
des
opinions
moins
individualistes.
Lis
pratiquent,
à
ce
point
de
veu,
la
plus
étroite
solidarité.
Pour
eux,
l’adultère
revêt
un
véritable
caractère
de
méfait
social
et
d’outrage
collectif.
De
ce
qu’un
mari
a
été
ce
qu’il
risqauit,
en
somme,
de
devenir
par
cela
méme
qu’il
avait
pris
un
billet
à
la
loterie
conjugale,
tous
les
maris
se
jugent
directement
atteints
dans
leur
honneur;
et
parce
qu’une
femme
a
galvaudé
dans
les
bras
d’un
larron
d’amour
les
baisers
que
la
morale
lui
enjoignait
de
réserver
exclusivement
à
son
époux,
toutes
les
femmes
se
sentent
blessées
au
plus
profond
de
leur
vertu.
J’imagine
que
les
citoyens
d’Hingene,
du
beau
sexe
et
du
laid,
s’en
voudraient
de
mêler,
à
ces
sentiments
d’une
chasteté
justement
indignée,
des
raisons
inavouées
et
des
goûts
libidineux.
Aucun
de
ces
maris
n’estime,
au
plus
profond
de
son
cœur
ou
l’ange
pur
sommeil
e,
que
l’épouse
coupable
aurait
dû
partager
moins
avarement
ses
faveurs,
et
que,
puisqu’elle
ne
s’en
tenait
pas
au
nombre
un,
elle
aurait
bien
pu
compter
jusqu’à
trois
au
lieu
de
s’arréter
à
deux.
Aucune
de
ces
femmes
n’éprouve,
au
plus
chaché
de
son
ame
austère
et
droite,
le
dépit
de
ne
pas
connaitre
la
saveur
du
fruit
que
la
pécheresse
a
mordu
de
ses
dents
avides
et
gourmandes,
belle
fille
d’Eve
qu’attirait
un
peut
rop
le
pommier
maternel.
“Que
ceux
qui
n’ont
pamais
péché
lui
jettent
la
première
pierre”,
disait
Jésus
à
la
foule
qui
prétendait
lapider
une
infidèle.
Le
gens
d’Hingene
n’ont
jamais
péché.
Ils
ont
organise
des
charivaris
sous
les
fenêtres
de
la
perfide,
et
ils
s’apprétaient
à
les
couronner
par
un
bouquet,
en
la
brûlant
en
effigie.
Peut-être
auraient-ils
corsé
la
petite
fète
en
promenant
l’héroine,
vetue
uniquement
de
sa
honte,
par
les
chemins
de
la
commune.
Mais
le
bourgmestre
a
craint
des
excès
et
mobilisé
de
gendarmes.
Les
habitants
du
village,
outrés
d’être
ainsi
contrariés
dans
leur
œuvre
de
vengeurs
de
la
morale,
ont
assailli
à
coups
de
pavés
les
intrus
qui
ont
riposté
par
des
coups
de
feu.
Bilan:
quatre
morts.
Quatre
morts,
pour
ce
que
le
curé
de
Cucugnan,
qui
était
un
sage,
qualifiait
de
“si
peu,
su
peu
de
chose”!...
Ce
journal
pieux
avait
bien
raison,
lequel
écrivait
hier
que
l’absence
d’écudation
religieuse
dissout
les
consciences
et
pervertit
les
cerveaux:
ce
n’est
jamais
chez
nous
qu’on
tuera
quatre
hommes pour laver vertueusement ce crime-là.
Bron: Gazette De Charleroi 13-08-1909; p. 1
Eine liebesaffäre auf dem lande
Aus
Antwerpen
wird
gemeldet:
In
dem
kleinen
Orte
Hingene
soll
eine
verheiratete
Frau
intime
Beziehungen
zu
einem
Knechte,
der
im
Dienste
ihres
Mannes
stand,
unterhalten
haben.
Das
veranlaßte
die
gesamte
Bevölkerung,
etwa
1600
Personen,
seit
zehn
Tagen
der
Frau
allabendlich
eine
Katzenmusik
zu
machen.
Da
der
Skandal
zu
groß
wurde,
schritt
die
Gendarmerie
ein,
was
zu
einem
förmlichen
Aufruhr
und
zu
ernsten
Zusammenstößen
zwischen
der
Menge
und
der
Gendarmerie
führte.
Die
Gendarmen
mußten
von
der
Waffe
Gebrauch
Machen, wodurch sechs Personen schwer verwundet wurden, von denen zwei bereits gestorben sind.
Bron: Neue Schlesische Zeitung – Oostenrijk 13-08- 1909; p. 3
Het bloedig drama van Hingene-Puers
Van
onzen
correspondent:
De
toestand
in
de
gemeente
blijft
nog
altijd
even
opgewonden.
Er
wordt
bijna
niet
gewerkt
en
de
bewoners
bespreken
in
hevige
bewoordingen
het
bloedig
drama,
gepleegd
door
de
gendarmen.
Burgemeester
d’Ursel
heeft
den
maatregel
tegen
de
gendarmen
en
den
veldwachter
behouden.
De
toestand
van
Petrus
Van
Gucht,
die
een
kogel
in
de
bil
kreeg,
welke
hem
het
been
verbrijzelde,
is
betrekkelijk
goed
en
men
hoopt
dat
hij
niet
gebrekkelijk
zijn
zal.
Eugeen
Van
Herbrugge,
wien
een
kogel
in
den
hals
werd
geschoten,
zal
binnen
een
tiental
dagen
het
Stuyvenberggasthuis
kunnen
verlaten.
Voor
Van
Vracene
bestaat
er
geen
hoop
en
Van
Dam,
wiens
ingewanden
doorboord
zijn,
stelt
het
voor
den
oogenblik
goed,
doch
men
vreest
verwikkelingen
die
zijn
leven
zouden
in
gevaar
brengen. Men vertelt dat de bewoners van Hingene zich revolvers aanschaffen.
Bron: Laatste Nieuws (Het) 14-08-1909; p. 3
Unerlaubte Liebe in Holland
In
dem
holländischen
Dorfe
Hingene
soll
eine
verheiratete
Frau
intime
Beziehungen
zu
einem
Knechte,
der
im
Dienste
ihres
Mannes
stand,
unterhalten
haben.
Das
veranlaßte
die
gesamte
Bevölkerung,
etwa
1600
Personen,
seit
zehn
Tagen
der
Frau
allabendlich
eine
Katzenmusik
zu
machen.
Die
Sittenkommission
trieb
es
der
art,
daß
wider
sie
Gendarmerie
aufgeboten
werden
mußte.
Die
Folge
war
ein
wahrer
Aufruhr,
in
dessen
Verlauf
die
Gendarme
Feuer
gaben.
Sechs
Personen
wurden
schwer
verwundet;
zwei
sind
ihren
Verletzungen
erlegen.
Bron: Vorarlberger Volksfreund – Oostenrijk 14-08-1909; p. 4
Bei der Katzenmusik für einen Junggesellen
In
dem
Dorfe
Hingene
(Belgien)
brachten
Einwohner
einem
leichlfertigen
Junggesellen
vor
ferner
Wohnung
eine
Katzenmusik.
Gendarmerie
schritt
ein
und
machte,
da
ihren
Anordnungen
nicht
gefolgt
wurde,
gleich
von
den
Revolvern
Gebrauch.
Vier
Einwohner
blieben sterbend auf dem Hauptplatze, mehrere andere wurden schwer Ver
letzt.
Angesichts
des
Blutbades
wurde
die
Haltung
der
Bevölkerung
so
drohend,
daß
die
Gendarmerie
den
Rückzug
antreten
mußte.
Eines
der
Opfer
ist
Vater
von
acht
Kindern.
Der
Bürgermeister
der
Gemeinde
ist
ein
Herzog
von
Ursel.
Es
werden
weitere
Ausschreitungen
befürchtet.
Bron: Czernowitzer Allgemeine Zeitung – Oostenrijk 14-08- 1909; p. 3
Blutige Demonstration
Eine
blutige
Szene
spielte
sich
in
dem
Dorfe
Hingene
bei
Antwerpen
ab.
Auf
eine
Gruppe
von
Einwohnern,
die
vor
der
Wohnung
eines
leichtfertigen
Junggesellen
eine
Katzenmusik
veranstaltet
hatte,
gaben
Gendarmen
Revolverschüsse
ab.
Bier
Dorfbewohner
sind
tot,
alle
anderen
wurden
schwer
verletzt.
Eines
der
Opfer
ist
Vater
von
acht
Kindern.
Ernste
Auftritte
werden
befürchtet,
da
die
Bevölkerung
eine
drohende Haltung angenommen hat.
Bron: Mährisch-Schlesische Presse – Oostenrijk 14-09- 1909; p. 4
Blutbad in einem Vlämische Dorfe
Wüste
Szenen,
spielten
sich
im
vlämischen
Torfe
Hingene
in
der
Provinz
Antwerpen
ab,
wo
Gendarmen
auf
eine
Gruppe
von
Einwohnern,
die
eine
Katzenmrffik
vor
der
Wohnung
eines
leichtfertigen
Junggesellen
veranstaltet
hatten,
ohne
ernsten
Anlaß
Gebrauch
von
den
Revolvern
machten.
Vier
Einwohner
blieben
tot
oder
sterbend
auf
dem
Platze,
mehrere
andere
wurden
schwer
verletzt.
Angesichts
des
Blutbades
wurde
die
Haltung
der
Bevölkerung
so
drohend,
daß
die
Gendarmen
den
Rückzug
antraten,
verfolgt
von
den
Flüchen
der
Menge. Eines der Opfer ist Vater von acht Kindern. Bürgermeister der Gemeinde ist der Herzog von Ursel.
Bron: Znaimer Wochenblatt – Oostenrijk 21-08- 1909; p. 8
Erge feiten
Het
parket
is
nog
tweemaal
in
de
gemeente
geweest
voor
het
onderzoek
over
de
erge
feiten
welke
onlangs
gebeurd
zijn.
De
eerste
maal
waren
de
magistraten
vergezeld
van
25
gendarmen
te
paard,
die
in
galop
het
dorp
ingereden
kwamen.
Al
de
straten,
leidende
naar
de
plaats
waar
het
drama
geschied
was,
werden
afgesloten,
waarna
de
onderzoeksrechter
de
getuigen
onderhoorde
om
te
weten
hoe
de
zaken gebeurd waren.
Bron: Laatste Nieuws (Het) 27-08-1909; p. 3
Van Vracem overleden
Dinsdag
namiddag
is
te
Hingene
de
tijding
toegekomen
dat
Van
Vracem,
die
in
de
maand
juli
bij
’t
scharminkelen
aan
het
Wipplein
te
Hingene
door
eenen
kogel
getroffen
en
naar
het
gasthuis
van
Antwerpen
overgebracht
werdt,
aldaar
overleden
is.
Zijne
begraving
zal
te
Antwerpen plaats hebben. Een dienst is reeds aangekondigd in de kerk van Hingene.
Bron: Gazette van Temsche 10-10-1909; p. 2
Ooggetuige Edward Perremans
“In
’t
jaar
1909,
ik
was
12
jaar,
is
er
op
’t
Heiken
een
schietpartij
geweest.
’t
Was
tun
de
gewoonte
da’s
ze
bij
diegene
die
aanhield,
een
voddenwijf
op
’t
dak
staken.
Na
’s
avonds
en
’s
nachts
werd
er
over
en
weer
gelopen
mee
potten
en
pannen.
Da
voddenwijf
bracht
zoveel
volk
op
’t
straat
dat
er
wel
eens
ambras
zou
kunnen
komen.
Den
“Bürger”
(dialect
voor
Burgemeester)
verwittigde
de
gendarmerie
van
Bornem.
Nu
wil
dat
lukken
dat
juist
die
nacht
vier
personen,
die
van
Weert
kermis
kwamen,
nogal
luidruchtig
de
straat
doorliepen.
De
gendarmen
die
dachten
de
daders
gevonden
te
hebben,
begonnen
te
schieten.
Ze
werden
overhoop
geschoten.
De
mensen
schoten
wakker
en
begonnen
te
roepen.
De
gendarmen
werden
bekogeld
mee
stenen
en
hun
kepie
werd
afgeslagen.
Er
werd
weer
geschoten.
Twee
andere
personen
werden
geraakt,
waarvan
er
ene
levenslang
gebrekkig
gebleven
is
en
da
voor
het
doodschieten
van
mensen
die
er
niets
mee
te
maken
hadden.
De
volgenden
dag
werd
de
wijk
ontruimd,
de
blaffeturen
gesloten
en
er
kwam
een
wedersamenstelling.
Nu
moest
ik
juist
oep
dien
dag
bier
gaan
dragen
naar
mijn
vader
en
nog
ne
werkman
die
waren
gaan
koren
pikken,
ik
moest
de
barrikade
door
en
ik
em
alles
gezien.
Da
zal
ik
nooit
vergeten.
Van
“wettige
zelfverdediging”
was
hier
geen
sprake
meer.
Da
vergeet
ik
nooit meer.”