Dokter Walter Mees
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER

Toespraak gehouden door Maurice Claesen (1957)

“Het is voor mij ’n grote eer, tevens ’n groot genoegen, op dit ogenblik van piëteitsvol herdenken, enkele woorden te mogen wijden aan de nagedachtenis van iemand die door àl die hem hebben gekend, met hem hebben gestudeerd, beroep dede op zijn wetenschapskennis en ondervinding, zelfs door diegenen die niet nauw met hem in contact zijn geweest, geprezen werd en geëerd toen hij nog levende was en die ook nu nog, drie jaren na zijn vroeg verscheiden, wordt gehuldigd door groot en klein, door jong en oud, door rijk en arm, door wetenschapsmensen en door ongeletterden. Wij, Hingenaren, moeten er fier op gaan en er ons om verheugen dat zulk ’n mens hier in dit huis geboren werd en opgevoed; fier vooral omdat uit dat kind, uit die student gegroeid is, de schone, eenvoudige maar zó edele figuur van Dr. WALTER MEES, zaliger gedachtenis ! We hebben hem gekend wij parochianen van Hingene als de levenslustige opgeruimde altijd welgezinde knaap, drager van ’n onverwoestbaar optimisme, de knaap die z’n hart op z’n handen droeg, die liet lezen in z’n gemoed als in ’n open boek; de knaap die ’n aanmoedigend en troostend woord vond voor iedereen bij elke moeilijke situatie, die opbeuring en zalvend wist te geven overals waar hij moedeloosheid of verslagenheid ontmoette; de knaap die, met z’n ingeboren schranderheid, raden kon waar er geholpen moest en zijn hulp en steun dan ook weggaf met ’n dienstbaarheid die spreekwoordelijk te noemen was ! Met U, Walter want voor ons, Uw school-en jeugdmakkers zijt ge nog altijd “Walter” gebleven zonder meer ! Met U hebben we zoveel winteravonden doorgebracht in dit huis, met U hebben we geravot doorheen het heetgeblaakte zand van ons zonovergoten koutervelden ! En nog steeds vinden ons ogen Uw voetsporen terug in ons oude kasteelfreef, in ons Mansbroeck, en ons Schelland, nóg klinkt in ins oor de blije klank van Uw heldere sopranostem die vaak ook wegdeinde over ’n machtige schelde, die zacht voortvloeide tussen oevers van groenfluweel bestikt met madelieven, We hebben U gekend als de knappe humaniora- en hogeschoolstudent, de student met het haast-fenomenaal geheugen, maar ook de student die studeerde, die z’n leerstof meester kon en meester was, die iets wilde worden in dit leven, iets waarin vooral de dienden liefde die U ingeboren was, zou kunnen gedijen en openbloeiën tot de volledige gave van U zelve, tot het weggeven van U-zelf aan uw behoeftige lijdende medemensen. Alsog het gisteren gebeurde, zi ‘k ons nog in het kleine bureelkamertje van dit huis, toen U me toevertrouwde “ofwel word ik priester ofwel geneesheer; één van die twee, er is zóveel miserie in de wereld, Maurice”, Priester geneesheer ! Twee idealen, één ideaal liever ! dienen, helpen, genezen ! Het werd Uw roeping: GENEZEN: het lichaam van de mens, en langs het lichaam gebeurlijk ook de ziel ! Uw werkterrein ? …. Niet; de grootstad, waar de wetenschapsmensen het zich doorgaans gemakkelijk kunnen maken: ook niet ’n leraarstoel die doorgaans ’n beletsel is voor volledige verwezenlijking of beleving van ’n ideaal zoals het Uwe; maar wel de nijverheidsgemeente met de zwarte fabriekschouwen, met de monotoon- lange rijden stapelhutten van de steenfabrieken, waartussen mensen wonen, doodarme mensen, wie het leven zeer weinig zon maar veel somberheid gaf, zeer weinig voorspoed, maar zeer veel mizerie ! Daar wachten lichamelijke vooral, maar ook zedelijke noden op ’n mens met ’n groot hart, ’n mens met begrijpend medevoelen, ’n mens die zich geheel zou geven, ’n mens met ’n apostelziel en ’n missionnarishart. Dààr wachtten U de zieke lichamen, vaak veroordeelde en in-de-steek-gelaten levens die van U genezing verhoopten; daar leefden de zieke zielen, neergesmakt door stoffelijke mizerie en bekneld in ’n pantser van koude onverschilligheid of ondergedompeld in ’n zwarte nacht van levenshaat. Alléén ’n mens als U, DR MEES, ’n mens met Uw hart en Uw ziek en Uw overtuiging kon daar veel redden van wat verloren was, en U hebt het gedaan ! Uw eerste daat als geneesheer te NIEL was ’n daad van apostolaat, en gans de uitoefening van Uw geneeskundige- praktijk is apostolaat geworden van het begin tot het einde ! Wij, wij leken, makkers en parochianen, wij weten dat àl die jaren, zóveel mensen bij U genezing kwamen zoeken voor hun lichaam en genezing vonden. Wij weten dat in zovele hopeloze harten gij de hoop op genezing hebt doen herleven en die hoop wist te voeden en levendig te houden ook wanneer genezing, ondanks alles, uitbleef, wij weten dat in zeer vele schamele gelagenhuisjes Uw komst verbeid werd, dat na dag, als de komst van de heilbrenger, van de heelmeester, van de toegewijde en liefdevolle verzorger; vaders en moeders hebben in uren van overstelpende kommer, gesmakt naar het verschijnen van Uw rijzige minzame gestalte op de drempel van hun woon; kinderogen hebben naar U opgekenen als naar ’n wonderdoener, want in Uw ogen toch vonden ze niets anders dan goedheid en vertrouwen en liefde. Maar God alléén weet; hoeveel zieken door Uw voorbeeld, door Uw opbeurend en sterkend woord en in dat moment was toch ieder woord uit Uw mond ’n kruimel van Uw diep-goedsdienstige overtuiging ! diir Uw wijze raad of door ’n kleine daad van dienstbetoon, soms losgemaakt werden uit het dwangbuis van hun onverschilligheid, de nevel van hun levensmoeheid voelden opgelost in de warme uitstraling van Uw dienende liefde en eenvoudige goedmenselijkheid en in hun hart voelden herboren worden de liefde voor het leven, de liefde voor wat schoon en goed is, de liefde voor de meester-van-leden en dood en geloof in Hem en betrouwen ! Dàt was, waarde Dorpsgenoten, de dokter onze Dokter Walter Mees, zaliger gedachtenis, de onbaatzuchtige, nederige, de eenvoudige, goede mens; dàt was de geneesheer-apostel die, met Gods hulp, gezondheid gaf aan zieke lichamen en gezondheid ook aan zieke zielen: dat was de mens voor wien het eenvoudigste “Merci Meneer Doktoor” van oud moederke uit de krotwoning veel meer betekende dan ’n handvol geld: de mens voor wien de dankbare zonnelach van ’n genezen kind veel méér betekende dan ’n invitatie op ’n royaal diner ! De zekerheid, steun en moed, hulp en leniging te hebben gebracht aan lijdende mensen was de schoonste beloning en bekroning voor Uw onophoudelijk pogen en werken om de kranke mensheid ter hulp te komen in al haar noden, Want ! Uw eenvoudig, kinderlijk oprecht en ingoed hart, Dr Mees, hield niet van ijdele lofbetuigingen of wereldse roem en eerbewijs; geven: was Uw ideaal ! Liefhebben, was Uw geluk § Dienen – Uw roeping ! Niet alléén in de nijverheidsgemeente, maar ook hier hebben wij tastbaar mogen voelen de heilzame inwerking van Uw uitgebreide en alomgewaardeerde geneeskundige bekwaamheid en ondervinding; ook wij hebben het geluk gehad aan te voelen dat de banden van gehechtheid die U vasthielden aan Uw geboortedorp, steeds even hecht bleven; aan te voelen dat Uw dienstbaarheid, Uw ingeboren behoefte om te helpen met raad en daad, Uw toewijdingsvolle zorg en liefde voor de evenmens, immer even groot en sterk bleven en dat het U telkens gelukkig maakte “één van Uw streek” te hebben geholpen, opgebeurd, genezen, zelfs dàn nog toen U er klaar van bewust waart dat de kwaal, die jarenlang Uw gezondheid ondermijnde, uiteindelijk haar slag zou thuis halen ! Het moet wek zijn, - het kan niet anders§ - of in die cruciale momenten van Uw leven, gaf de opperste Heelmeester aan U, z’n trouwe medearbeider, de bovennatuurlijke kracht om Uw eigen lijden te kunnen vergeten, om U zelfé ook dàn nog te kunnen weggeven aan Uw lijdende broeders en zusters in Christus, om ook dàn nog levenslust en moed en hoop te kunnen inspreken, wijl er normaal voor U geen spraak meer kon zijn van dit alles. Toen Uw stoffelijk overschot z’n laatste tocht aanving doorheen de straten van wat Uw werkgebied was bliezen klaroenen “The Last Post” voor de trouwe strijder-Christi die kampte z’n leven lang en wel in de vuurlijn van het lekenapostolaat. Uw uitvaart was geen manifestatie van hopeloze verslagenheid: ze was ’n triomftocht ! De vaderonzen en weesgegroeten van honderden behoeftigen en lijdende hebben U binnengedragen in de eeuwige gelukzaligheid, waar Uw grote zelfverloocheningen en offerende naastenliefde, ongetwijfeld haar beloning en bekroning heeft gevonden in ’t eeuwige samenzijn met “De” Liefde, met de God van Uw kinderjaren die ook de God was en bleef van Uw edel en schoon geneesheer zijn ! Mogen alle Hingenaren, zonder uitzondering, Uw gedachtenis blijven eren en moge de gedenksteen in de geven van dit huis, het zeggen tot ieder dit hier langs komt :”Hier werd geboren en hier leefde, midden ons, ’n rechtvaardige, die ’n goed en edel mens was, ’n mens zoals er weinig zijn in Vlaanderen, ’n plichtbewust diep-kristen vlaming, ’n geneesheer die al de liefde en al de mildheid van z’n groot hart wegschonk aan de lijdenden, aan de armsten onder de armen, en die z’n geneesherentaak omwerkte tot ’n heerlijk apostolaat van dienden liefde”. Weer eens nemen we afscheid van U, Dr Walter Mees, maar meer en beter dan bloemen en woorden het kunnen zeggen, blijft Uw naam, onuitwisbaar gegrift in het hart van ons allemaal ! Opdat Uw heerlijk voorbeeld van onbaatzuchtige naastenliefde en zelfopoffering moge voortleven in ons hart en ons ’n lichtbake zijn; Opdat wijzelf en de komende geslachten het steeds gedenken mogen en herdenken dat in dit huis werd geboren Dr Walter Mees, de “Dokter der armen”, verzoek ik U eerbiedig, Heer burgemeester, de gedenksteen te willen onthullen en hem te stellen onder de bescherming van het gemeentebestuur, de naam en de gedachtenis ter eere van wijlen onze oud- parochiaan Dr Walter Mees.” Dhr Willem Van Kerkchoven, burgemeester, onthulde dan de gedenksteen, terwijl Z.E.H. Loos de wijdingsplechtigheid volbracht. (Bron: Jetty Segers - Dit is een reproductie van het origineel inclusief oud taalgebruik en eventuele taalfouten of typfouten)
Geboortehuis van Dr. Walter Mees Frans Van Haelenstraat 25