NATTENHAESDONCK, HET VERDRONKEN LAND
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER
Hoeve Hof van Nattenhaesdonck In de jaren 1930 aangepast, onder meer in twee gesplitst, overblijfsel van het eertijds omgrachte "Hof van Nattenhaesdonck", modo "Nethof", volgens J. Verbesselt teruggaand tot een feodale motte nabij de Rupelmonding. Een oorkonde van 1662 getuigt van verscheidene onderhoudswerken door Martinus Huion, meestermetser. Verwijzingen naar de oude kern vinden we onder meer in de lange muurankers, de zware keldermuren (volgens de bewoner 1.80 meter dik) en de sporen van de vroegere, in 1953 gedempte omgrachting in het landschap. Havesdonckhoeve De "Havesdonckhoeve" (naar verluidt opklimmend tot de 18de eeuw, doch fel aangepast in de loop van 19de en 20ste eeuw), op initiatief van de Landelijke Gilde in 1979 ingericht als museum voor oud landbouwalaam en volkshuisraad van Klein-Brabant. In de tuin heropgebouwde oude sluis. Voor het museum: bronzen beeld "Donatus Kwik", uit het boek "Goudland" van H. Conscience, naar ontwerp van J. Mees (1983), (zie opschrift). Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed

Verdwenen dorp van de deelgemeente Hingene, gemeente Bornem.

Naamsverklaring

Nattenhaasdonk is samengesteld uit nat, haas en donk. De naamverklaring van dit woord wordt zeer verschillend omschreven wat betreft de lettergreep haas. Over de eerste greep bestaat er geen twijfel: nat betekent hetzelfde als het Franse humide. Wij kunnen alsnog geen vrede nemen met wat Peeters verklaard over het feit dat het geleend is van de familie Nat, Nats of Natten. Er valt aan te merken dat het hoedanigheidswoord 'nat' niet altijd in de samenstelling van deze plaatsnaam is voorgekomen. We besluiten dat 'Natten' een voorvoegsel is, waarvan men zich eindelijk bediende, om een onderscheid te maken met Haasdonk in Vlaanderen. Dit dorp lag niet zo ver van Nattenhaasdonk. De verklaringen van donk zijn: land, aarde, heuvel, hoogte, laagte, moeras, bemeste grond, huis. Men merkt dat er tussen deze woorden een groot verschil in betekenis. Dingen of dungen, werd verstaan als bemesten bij de Oude Germanen. De Hoog- Duitsers gebruiken dit woord nog in de vorm van dungen. Van dingen of dungen komt dunck, donck, donk. Het woorddeel 'haas' werd op verschillende wijzen geschreven. In 1030 schreef men, volgens oude gedenkstukken, '''Havequesdonck'''; in 1050 tot 1181 '''Havelesdunc''' en '''Havekesdunc'''; in 1121 ook '''Havechedunc'''; in 1190 '''Haversdonck'''; in 1208 '''Havesdunc'''; in 1211 '''Hafverdunc'''; in 1213 '''Hosendunc'''; in 1217 '''Havexdonc'''; in 1246 '''Hosdonc'''; in 1298 '''Avesdonck'''; in 1299 '''Havesdonck'''; in 1306 '''Havixdonc'''; in 1330 '''Havesdonc'''; in 1524 '''Haupdonck'''; in 1575 '''Haexdonck''', enz. te lang om alle schrijfwijzen te vermelden. Deze verschillende schrijfwijzen zeggen genoeg, dat de betekenis van 'haas' bijna niet te verklaren is. '''Nattenhaesdonck''', zoals wij het laatst in een werk aantroffen, zou ons tot het denkbeeld kunnen brengen, dat 'haas' een verbastering is van 'hars' (résine).

De eerste bewoners

De eerste mensen waren waarschijnlijk vissers, alleen al omdat het oeverbewoners waren, maar zullen waarschijnlijk op de hoger gelegen gronden aan landbouw hebben gedaan. Vondsten van Gallo-Romeinse munten wijzen erop dat er al heel wat bewoning in de streek aanwezig was. Nattenhaasdonk zou reeds in 4e eeuw permanent bewoond geweest zijn en is alleszins de oudste woonkern op het grondgebied Hingene.

Parochie Nattenhaasdonk of Havekesdunc

Volgens de akte van Wenemaar uit 1100 blijkt dat het Land van Bornem twee afhankelijke parochies heeft: Nattenhaasdonk en Hingene. Tijdens die periode en nog lang daarna is Nattenhaasdonk belangrijker dan Hingene. Nattenhaasdonk was een hulpparochie van Bornem, maar fungeerde op zijn beurt als moederparochie voor Hingene. De parochie Nattenhaasdonk was door haar ligging aan de Rupel een zeer belangrijke handels- en strategische plaats. In een oorkonde uit 1487, uitgevaardigd door Maximiliaan van Oostenrijk, kunnen we bevestigen dat de kerk van Nattenhaasdonk als moederkerk voor de kerk van Hingene fungeerde. Het is ook geweten dat de parochie Nattenhaasdonk afhing van de parochie uit het Land van Bornem. Diezelfde oorkonde verplichtte de gemeentelijke overheid de officiële bekendmakingen en verordeningen eerst in de kerk van Nattenhaasdonk en pas daarna in de kapel te Hingene mee te delen. Bijkomende onrechtstreeks bewijs vormt ook nog de interpretatie van twee oorkonden uit 1190 en 1198. Daarin wordt de naam van Haasdonk steeds vermeld vóór die van Hingene, en ook bij de ondertekening figureert de handtekening van de pastoor van Nattenhaasdonk vóór die van Hingene. De kapel van Hingene werd trouwens opgericht door de inwoners van Nattenhaasdonk zelf, na één van de zoveelste overstromingen die de parochie hebben geteisterd. De mensen moesten hun zondagsplicht immers nakomen. In 1664 bij gelegenheid van een lang aanslepend rechtsgeding tussen de parochies Hingene en Nattenhaasdonk, omtrent de betwisting van voorrechten tussen beide kerken, haalt de pastoor van Nattenhaasdonk een brief aan van Wenemaar, kastelein van Gent en heer van Bornem (1088-1138); daarin is sprake van de aanstelling door zijn grootvader van een priester te Haasdonk. Hieruit kan men met zekerheid besluiten dat Nattenhaasdonk een eigen kerk had in de eerste helft van de 11e eeuw. Van Hingene werd toen nog met geen woord gerept. De 16e eeuw bracht voor Nattenhaasdonk veel tegenspoed. In 1566 werd de kerk volledig verwoest, vermoedelijk door beeldstormers. Pas veel later werd de wederopbouw aangevat in 1603 begon men aan een nieuwe toren, in 1610 aan het koor en in 1616 werd de beuk gebouwd. Deze periode moet ervoor bepalend geweest zijn dat Hingene Nattenhaasdonk definitief voorbijstak; menig pastoor te Nattenhaasdonk gaf toen zijn bediening op wegens armoedig bestaan. De pastoors van Hingene werden vanaf 1599 deservitor te Nattenhaasdonk.

Pastoors van de parochie Nattenhaasdonk

Alexander Van Heycken (1504) Gerardus Van Schellebroeck (1599-1602) Jan Bailliu Godefridus Pontani (1604) Judocus De Blieck (1616-1619) - deservitor Petrus De Vryer (1619-1642) - deservitor Walter Van Mauden (1618) Gabriël Rondinet (1642-1662) De Vos Ambroos Laché (1665) Mehauden (1726) Willem Huveneer: ''Willem Huveneers werd geboren in Aarschot in 1751 en overleed in Wintham in 1806. Hij was pastoor in Nattenhaasdonk. Tijdens de Boerenkrijg was hij aalmoezenier van de brigands.''

Stormvloed van 1825

Het was de stormvloed van 1825 die een einde maakte aan de parochie Nattenhaasdonk. Deze overstroming, die weken lang de helen omgeving blank zette, was het einde van het kerkelijk Nattenhaasdonk. De inwoners van het nabij gelegen Wintam hadden in het verleden reeds verschillende inspanningen gedaan om een eigen kerk te bekomen. Bij KB van 1827 werd er toestemming gegeven voor het bouwen van een nieuwe kerk op de kouter te Wintam. De eerste steen werd gelegd op 29 mei 1828. De toren kwam er pas in 1862. Het barok meubilair is afkomstig uit de kerk van Nattenhaasdonk. De nieuwe kerk werd toegewijd aan de Heilige-Drievuldigheid en aan Sint-Margaretha die voorheen patrones van Nattenhaasdonk was.

Fort Sint-Margaretha

In 1566, onder Spaanse heerschappij, werd de kerk van Nattenhaesdonck totaal verwoest en met de bruikbare grondstoffen werd het fort Sint-Margaretha gebouwd. Niet lang daarna bouwden de Nattenhaesdonckenaars een nieuwe kerk.

Afstammelingen

De inwoners van Hingene én Wintam, en waarschijnlijk ook de inwoners van Eikevliet, zijn de kinderen van Nattenhaesdonck.