Huis Ursel
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER
Orde v/h Gulden Vlies De Orde van het Gulden Vlies is een exclusieve ridderorde. De leden worden vliesridders of toisonisten genoemd, zij behoren in de streng katholieke Oostenrijkse tak allen tot de Europese adel. De Spaanse tak is al sinds lange tijd een orde van verdienste.
Huis Ursel of d'Ursel is een Belgisch adellijk geslacht. Het familiehoofd voert de titel hertog d'Ursel, de ander telgen die van graaf of gravin d'Ursel. Omstreeks 1480 vestigde de familie zich in Hasselt en Maastricht. Erasmus Schetz (1476-1550), wiens vader Coenrart (?-1499) muntmeester van de prinsbisschop van Luik was, vestigde zich in Antwerpen en stichtte een belangrijke handelsonderneming. Hij kocht in 1545 de heerlijkheid Grobbendonk. Zijn zoon Gaspard (1513-1580), eveneens handelaar, werd in 1560 algemeen schatbewaarder der Nederlanden. Hij erfde Grobbendonk en kocht later ook Wezemaal, Heist en Hingene. Zijn tweede vrouw was Catherine van Ursel, dochter van de Antwerpse burgemeester Lancelot van Ursel. Gaspards oudste zoon Lancelot (1550-1619) was burgemeester van Brussel; zijn tweede zoon Jan-Karel (1552-1590) kanselier van de Orde van het Gulden Vlies. De vierde zoon Conrard (1553-1632), heer van Hingene, baron van Hoboken, liet zich adopteren door zijn tante Barbe van Ursel en nam haar naam aan. De jongste zoon Anton (1561-1640), graaf van Grobbendonk, was gouverneur van 's-Hertogenbosch. Conrards zoon Conrard (1592-1659) werd in 1638 verheven tot rijksgraaf en diens kleinzoon Conrard-Albert (1665-1738), gouverneur van Namen, tot hertog van Ursel (1716) en van Hoboken (1717). Hij erfde in 1726 de bezittingen van de uitgestorven tak van Anton. De tweede hertog, zijn zoon Karel (1717-1775), was Oostenrijks luitenant-veldmaarschalk en militair gouverneur van Brussel. Zijn zoon Wolfgang-Willem (1750-1804) speelde een rol in de Brabantse Omwenteling en diens zoon Karel-Jozef (1777-1860), de vierde hertog, was minister in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en later senator in België. Hij is de stamvader van alle huidige d'Ursels. Zijn kleinzoon Joseph (1848-1903) was eveneens Belgisch senator en gouverneur van Henegouwen en West-Vlaanderen. Henri (1900-1974), achtste hertog en kleinzoon van Joseph, genoot enige bekendheid als regisseur. Het familiebezit is echter versnipperd onder de vele familieleden. De hertogen zagen zich genoodzaakt om het stadspaleis en het kasteel in Hingene te verkopen. De huidige hertog, Stéphane (1971) verhuisde in 2009 naar het buitenland[1]. De familiestukken worden thans beheerd door een familievereniging of in bruikleen gegeven aan de provincie Antwerpen. De eerste residentie, het kasteel van Hoboken, werd in de achttiende eeuw verlaten voor het kasteel van Hingene. Het buitengoed in Hingene kwam in 1608 in het bezit van Conrard Schetz, die het liet uitbouwen tot een lustslot. In zijn huidige vorm dateert het uit de periode 1713-1714. Het was gedurende meer dan 350 jaar het buitenverblijf van de hertog en zijn familie. Vier opeenvolgende hertogen waren burgemeester van de gemeente Hingene tussen 1820 en 1921. De laatste generaties konden het familiepatrimonium niet meer beheren wegens de hoge erfenisrechten. In 1973 verkocht Henri d'Ursel het kasteel. Daarna, in 1994, kocht de provincie Antwerpen het kasteel, dat al 20 jaar leeg stond. Het heeft een groot park en een jachtpaviljoen aan de Schelde. Het kasteel wordt gerestaureerd en staat open voor het publiek. Het jachtpaviljoen De Notelaer is beter bewaard gebleven en is thans een cultureel centrum. In Brussel resideerde de familie in een stadspaleis aan de Loksumstraat, dat sinds 1595 in handen van de familie Schetz was. Dit prestigieuze hôtel d'Ursel kwam in handen van vastgoedontwikkelaars en werd in 1960 gesloopt. Ervoor in de plaats kwam een hotel, dat later de zetel werd van de Nationale Loterij, en op zijn beurt in 2003 werd afgebroken. Daarnaast is ook het kasteel van Heks en het Kasteel Linterpoorten in familiebezit.

Hertogen d'Ursel

1716-1738: Conrard-Albert (1665-1738), gehuwd met Eleonore van Salm 1738-1775: Karel (1717-1775),gehuwd met Eleonore van Lobkowicz 1775-1804: Wolfgang-Willem (1750-1804), gehuwd met Flore van Arenberg 1804-1860: Karel-Jozef (1777-1860), gehuwd met Josephine Ferrero Fieschi 1860-1878: Leo (1805-1878), gehuwd met Sophie d'Harcourt en Henriette d'Harcourt 1878-1903: Joseph (1848-1903), gehuwd met Antonine de Mun 1903-1955: Robert (1873-1955), gehuwd met Sabine de Franqueville 1955-1974: Henri (1900-1974), gehuwd met Antoinette de la Trémoille 1974-1989: Antonin (1925-1989), gehuwd met Ursula Michaelsen 1989-heden: Stéphane (1971), gehuwd met Catherine Bourguignon

Weetjes:

Stéphane d'Ursel emigreerde, met zijn gezin, in 2009 naar Panama. Zijn bezittingen (boeken, meubels, schilderijen, ...) gaf hij in bruikleen aan het kasteel d'Ursel te Hingene. Deze unieke stukken van de adellijke familie zijn weer thuisgekomen.
Wapenschild d’Ursel Het wapen van de familie d'Ursel vertoont een schild met in het schildhoofd drie vogeltjes, heraldische mereltjes (gewijzigd naar Caremans, 1991:106). Het wapenschild is van keel (oude heraldische term voor de kleur rood (Nagtegaal, 2003:59)), met een schildhoofd van zilver beladen met drie merletten van het veld (naar Goolenaerts, 1997:185).