Jean Raes - Textielmagnaat van La Flandre
ORDE VAN HINGENE
© Orde van Hingene 2014 - DISCLAIMER

Jean Raes

In het vlasmuseum te Kortrijk bevinden zich in de damastruimte enkele producten uit de verdwenen Zwevegemse textielonderneming 'La Flandre'. Blikvanger is een groot 5 meter lang tafellaken in damastlinnen, ontworpen en geweven in 1950. Het toont een jachttafereel in de omgeving van een lusttuin met ruiters, paarden, jachthonden die jagen op herten en everzwijnen. Jachthoorns, bloemen en opgezette hertenkoppen dienen als bijpassende motieven. De ontwerptekening was van de hand van Camille Verwee, de toenmalige directeur van het bedrijf en tevens een verdienstelijk amateur kunstschilder. Hij ontwierp het als pronkstuk voor de firma, bedoeling was om het in productie te brengen voor een gegoed publiek, maar men zag daar uiteindelijk van af wegens de hoge kostprijs. In de catalogus van het museum beschrijft men dit uniek exemplaar als een hoogstaand pareltje van mechanisch geweven damastlinnen. Wie indertijd werkte bij 'La Flandre' werkte eigenlijk 'te Raskes', dat was de plaatselijke benaming voor de fabriek. 'Raske' was afgeleid van de naam van de oprichter van de fabriek, namelijk Jean Raes, later opgevolgd door zijn zoon Arthur Raes. Jean Raes was geboren in 1838 te Hingene en dook op een bepaald moment op als postbeambte in Kortrijk. Raes verzeilde in de Kortrijkse textielhandel en nam op bepaald moment de weverij van 'Camiel Devos en broeder' over. Vanaf 1884 verhuist hij met het bedrijf naar Zwevegem langs de vaart. Daar kwamen door het faillissement van een suikerfabriek gebouwen beschikbaar. Bertouille, een industrieel uit Doornik, had daar de eerste industriële vestiging langs het kanaal gebouwd: een fabriek voor 'sucre de betteraves et noir animal'. Het initiatief getuigde van een slimme zet, dit was een ideale streek voor suikerbietenteelt en het kanaal kon zorgen voor een goeie aan- en afvoer. 'Noir animal', te vertalen als beenzwart of beenderkool, wordt verkregen door dierlijke beenderen te verkolen in een beenzwartbranderij. Dit product kan gebruikt worden als zwart pigment maar wordt vooral toegepast in de suikerraffinaderij of om vloeistoffen te klaren, zoals wijn. Het bedrijf kon het echter niet waarmaken en ging ten onder, blijkbaar door wanbeheer. In 1884 kon Raes de gebouwen opkopen voor zijn eigen ambitieuze plannen. Het feit dat Raes in Zwevegem terecht kwam had nog een andere reden. Hij was in Kortijk betrokken geraakt bij de lokale politiek als actief lid van de liberalen. De harde strijd tussen liberalen en katholieken had de sfeer hier ernstig verziekt met het gevolg dat de liberale ondernemers de stad ontvluchtten. In Zwevegem waren de liberalen aan de macht en burgemeester Karel Vandevenne was een gekende figuur in liberale middens. Er werd geïnvesteerd want in 1885 kwamen er vier Engelse Athertongetouwen. Die werden ingezet om bijvoorbeeld brede lakens te weven. Vanaf 1895 begon men met Jaquardgetouwen te werken en ondertussen werd de fabriek gestadig uitgebreid. Jean Raes overleed in 1897 en er werd kort daarop een vennootschap opgericht met zijn weduwe, zijn zoon Arthur en een aantal kapitaalkrachtige investeerders. Arthur Raes gedroeg zich als een typische textielpatroon uit die periode; uitbouw van familiale en financiële netwerken, toetreden tot andere bedrijven met kennis en kapitaal en investeren in buitenlandse projecten. Zo raakte hij betrokken bij katoenspinnerij 'La Géorgie' in Gent en 'La Dwina', een vlasspinnerij in Rusland. In 1907 was hij medeoprichter van 'Tessatoria Romana', een textielfabriek in Roemenië. Een ploeg arbeiders uit Zwevegem was betrokken bij het opstarten van die fabriek. In 1912 was hij medeoprichter, samen met twee textielondernemers uit Roubaix, van 'La Moderne' in Berchem, een ververij en textielveredelingsbedrijf. Rond 1910 was er in Zwevegem sprake van zo'n 800 werknemers bij La Flandre, op dat moment werkten bij Bekaert nog maar een vierde van dat aantal. 'Tissage La Flandre' groeide verder uit tot een veelzijdig bedrijf. Men deed er alles zelf, van spinnen, verven, bleken en weven tot de confectie van tafelnappen, servetten en handdoeken. Men beperkte zich niet alleen tot vlas en katoen maar evolueerde ook mee met de toepassing van allerlei nieuwe vezels. Er werden producten uitgevoerd over de ganse wereld maar de sterke kanten van het bedrijf zouden uiteindelijk ook zijn ondergang betekenen. Het kwaliteitstextiel was zo degelijk dat het jarenlang meeging. Luxeproducten moesten stilaan de baan ruimen voor modegebonden en goedkopere massaproductie. De internationale textielhandel was altijd al zeer crisisgevoelig geweest, maar de groeiende concurrentie van lagelonenlanden zou langzaam de doodsteek betekenen voor 'La Flandre' en uiteindelijk ook voor de meeste textielbedrijven in de regio. Het bestuur van het bedrijf bleef al die tijd, tot het faillissement in 1973, een liberaal onderonsje. Dit was niet bepaald uniek maar het zorgde wel voor een aparte 'wind' in het bedrijf. In het bedrijf werkten veel meisjes en gehuwde vrouwen. Ergens tussen 1925 en 1930 werd gestart met een crèche waar een drietal kinderverzorgsters toezicht hielden op de kleuters. Dit was voor die tijd zeer revolutionair. Bij het katholieke bedrijf Bekaert werden vrouwen indertijd enkel aangeworven bij de administratie, huwden ze dan moesten ze het bedrijf verlaten. Directeur Camille Verwee zette als sociaalvoelende vrijzinnige en als kunstenaar duidelijk zijn stempel op de bedrijfscultuur. Tijdens WOII werden tal van initiatieven genomen om de werknemers en hun gezinnen de moeilijke omstandigheden van de oorlog te helpen doorkomen. Uniek was ook dat men binnen het bedrijf een zwembad inrichtte dat voor gans de bevolking toegankelijk was. De gebouwen van 'La Flandre' langs het kanaal kwamen in handen van de gemeente Zwevegem die het uitbouwde tot ontmoetingscentrum 'De Brug'. Er zijn plannen om dit centrum te verbinden met de nabijgelegen transfo-site. Het bruisende verenigingsleven van Zwevegem profiteert ten volle van de mogelijkheden die geboden worden door dit plan om van deze vroegere industriële omgeving een regionale recreatieve en culturele trekpleister te maken.
Textielfabriek La Flandre Otegemstraat 240 Zwevegem
Weverij La Flandre is in deze periode belangrijker dan Bekaert. De Weverij-spinnerij bevindt zich in de Otegemstraat en is gespecialiseerd in matrastijk en gordijnstoffen. Uniek is dat ze rond 1920 uitpakken met een eigen kindercrèche. http://www.beeldbankwest- vlaanderen.be/
Jean Raes 1838 - 1897 Foto verkregen via Jan Deloof namens de culturele en heemkundige kring Amantine, waarvoor onze dank.