Jean Raes
In
het
vlasmuseum
te
Kortrijk
bevinden
zich
in
de
damastruimte
enkele
producten
uit
de
verdwenen
Zwevegemse
textielonderneming
'La
Flandre'.
Blikvanger
is
een
groot
5
meter
lang
tafellaken
in
damastlinnen,
ontworpen
en
geweven
in
1950.
Het
toont
een
jachttafereel
in
de
omgeving
van
een
lusttuin
met
ruiters,
paarden,
jachthonden
die
jagen
op
herten
en
everzwijnen.
Jachthoorns,
bloemen
en
opgezette
hertenkoppen
dienen
als
bijpassende
motieven.
De
ontwerptekening
was
van
de
hand
van
Camille
Verwee,
de
toenmalige
directeur
van
het
bedrijf
en
tevens
een
verdienstelijk
amateur
kunstschilder.
Hij
ontwierp
het
als
pronkstuk
voor
de
firma,
bedoeling
was
om
het
in
productie
te
brengen
voor
een
gegoed
publiek,
maar
men
zag
daar
uiteindelijk
van
af
wegens
de
hoge
kostprijs.
In
de
catalogus
van
het
museum beschrijft men dit uniek exemplaar als een hoogstaand pareltje van mechanisch geweven damastlinnen.
Wie
indertijd
werkte
bij
'La
Flandre'
werkte
eigenlijk
'te
Raskes',
dat
was
de
plaatselijke
benaming
voor
de
fabriek.
'Raske'
was
afgeleid
van
de
naam
van
de
oprichter
van
de
fabriek,
namelijk
Jean
Raes,
later
opgevolgd
door
zijn
zoon
Arthur
Raes.
Jean
Raes
was
geboren
in
1838
te
Hingene
en
dook
op
een
bepaald
moment
op
als
postbeambte
in
Kortrijk.
Raes
verzeilde
in
de
Kortrijkse
textielhandel
en
nam
op
bepaald
moment
de
weverij
van
'Camiel
Devos
en
broeder'
over.
Vanaf
1884
verhuist
hij
met
het
bedrijf
naar
Zwevegem
langs
de
vaart.
Daar kwamen door het faillissement van een suikerfabriek gebouwen beschikbaar.
Bertouille,
een
industrieel
uit
Doornik,
had
daar
de
eerste
industriële
vestiging
langs
het
kanaal
gebouwd:
een
fabriek
voor
'sucre
de
betteraves
et
noir
animal'.
Het
initiatief
getuigde
van
een
slimme
zet,
dit
was
een
ideale
streek
voor
suikerbietenteelt
en
het
kanaal
kon
zorgen
voor
een
goeie
aan-
en
afvoer.
'Noir
animal',
te
vertalen
als
beenzwart
of
beenderkool,
wordt
verkregen
door
dierlijke
beenderen
te
verkolen
in
een
beenzwartbranderij.
Dit
product
kan
gebruikt
worden
als
zwart
pigment
maar
wordt
vooral
toegepast
in
de
suikerraffinaderij
of
om
vloeistoffen
te
klaren,
zoals
wijn.
Het
bedrijf
kon
het
echter
niet
waarmaken
en
ging
ten
onder,
blijkbaar
door
wanbeheer. In 1884 kon Raes de gebouwen opkopen voor zijn eigen ambitieuze plannen.
Het
feit
dat
Raes
in
Zwevegem
terecht
kwam
had
nog
een
andere
reden.
Hij
was
in
Kortijk
betrokken
geraakt
bij
de
lokale
politiek
als
actief
lid
van
de
liberalen.
De
harde
strijd
tussen
liberalen
en
katholieken
had
de
sfeer
hier
ernstig
verziekt
met
het
gevolg
dat
de
liberale
ondernemers
de
stad
ontvluchtten.
In
Zwevegem
waren
de
liberalen
aan
de
macht
en
burgemeester
Karel
Vandevenne
was
een
gekende
figuur in liberale middens.
Er
werd
geïnvesteerd
want
in
1885
kwamen
er
vier
Engelse
Athertongetouwen.
Die
werden
ingezet
om
bijvoorbeeld
brede
lakens
te
weven.
Vanaf
1895
begon
men
met
Jaquardgetouwen
te
werken
en
ondertussen
werd
de
fabriek
gestadig
uitgebreid.
Jean
Raes
overleed
in
1897
en
er
werd
kort
daarop
een
vennootschap
opgericht
met
zijn
weduwe,
zijn
zoon
Arthur
en
een
aantal
kapitaalkrachtige
investeerders.
Arthur
Raes
gedroeg
zich
als
een
typische
textielpatroon
uit
die
periode;
uitbouw
van
familiale
en
financiële
netwerken,
toetreden
tot
andere
bedrijven
met
kennis
en
kapitaal
en
investeren
in
buitenlandse
projecten.
Zo
raakte
hij
betrokken
bij
katoenspinnerij
'La
Géorgie'
in
Gent
en
'La
Dwina',
een
vlasspinnerij
in
Rusland.
In
1907
was
hij
medeoprichter
van
'Tessatoria
Romana',
een
textielfabriek
in
Roemenië.
Een
ploeg
arbeiders
uit
Zwevegem
was
betrokken
bij
het
opstarten
van
die
fabriek.
In
1912
was
hij
medeoprichter,
samen
met
twee
textielondernemers
uit
Roubaix,
van
'La
Moderne'
in
Berchem,
een
ververij
en
textielveredelingsbedrijf.
Rond
1910
was
er
in
Zwevegem
sprake
van
zo'n
800
werknemers
bij
La
Flandre,
op
dat
moment
werkten
bij
Bekaert
nog
maar
een
vierde van dat aantal.
'Tissage
La
Flandre'
groeide
verder
uit
tot
een
veelzijdig
bedrijf.
Men
deed
er
alles
zelf,
van
spinnen,
verven,
bleken
en
weven
tot
de
confectie
van
tafelnappen,
servetten
en
handdoeken.
Men
beperkte
zich
niet
alleen
tot
vlas
en
katoen
maar
evolueerde
ook
mee
met
de
toepassing
van
allerlei
nieuwe
vezels.
Er
werden
producten
uitgevoerd
over
de
ganse
wereld
maar
de
sterke
kanten
van
het
bedrijf
zouden
uiteindelijk
ook
zijn
ondergang
betekenen.
Het
kwaliteitstextiel
was
zo
degelijk
dat
het
jarenlang
meeging.
Luxeproducten
moesten
stilaan
de
baan
ruimen
voor
modegebonden
en
goedkopere
massaproductie.
De
internationale
textielhandel
was
altijd
al
zeer
crisisgevoelig
geweest,
maar
de
groeiende
concurrentie
van
lagelonenlanden
zou
langzaam
de
doodsteek
betekenen
voor
'La
Flandre'
en uiteindelijk ook voor de meeste textielbedrijven in de regio.
Het
bestuur
van
het
bedrijf
bleef
al
die
tijd,
tot
het
faillissement
in
1973,
een
liberaal
onderonsje.
Dit
was
niet
bepaald
uniek
maar
het
zorgde
wel
voor
een
aparte
'wind'
in
het
bedrijf.
In
het
bedrijf
werkten
veel
meisjes
en
gehuwde
vrouwen.
Ergens
tussen
1925
en
1930
werd
gestart
met
een
crèche
waar
een
drietal
kinderverzorgsters
toezicht
hielden
op
de
kleuters.
Dit
was
voor
die
tijd
zeer
revolutionair.
Bij
het
katholieke
bedrijf
Bekaert
werden
vrouwen
indertijd
enkel
aangeworven
bij
de
administratie,
huwden
ze
dan
moesten
ze
het
bedrijf
verlaten.
Directeur
Camille
Verwee
zette
als
sociaalvoelende
vrijzinnige
en
als
kunstenaar
duidelijk
zijn
stempel
op
de
bedrijfscultuur.
Tijdens
WOII
werden
tal
van
initiatieven
genomen
om
de
werknemers
en
hun
gezinnen
de
moeilijke
omstandigheden
van
de
oorlog
te
helpen doorkomen. Uniek was ook dat men binnen het bedrijf een zwembad inrichtte dat voor gans de bevolking toegankelijk was.
De
gebouwen
van
'La
Flandre'
langs
het
kanaal
kwamen
in
handen
van
de
gemeente
Zwevegem
die
het
uitbouwde
tot
ontmoetingscentrum
'De
Brug'.
Er
zijn
plannen
om
dit
centrum
te
verbinden
met
de
nabijgelegen
transfo-site.
Het
bruisende
verenigingsleven
van
Zwevegem
profiteert
ten
volle
van
de
mogelijkheden
die
geboden
worden
door
dit
plan
om
van
deze
vroegere
industriële omgeving een regionale recreatieve en culturele trekpleister te maken.
Textielfabriek La Flandre
Otegemstraat 240 Zwevegem
Weverij La Flandre is in deze
periode belangrijker dan Bekaert.
De Weverij-spinnerij bevindt zich
in de Otegemstraat en is
gespecialiseerd in matrastijk en
gordijnstoffen. Uniek is dat ze
rond 1920 uitpakken met een
eigen kindercrèche.
http://www.beeldbankwest-
vlaanderen.be/
Jean Raes 1838 - 1897
Foto
verkregen
via
Jan
Deloof
namens
de
culturele
en
heemkundige
kring
Amantine,
waarvoor onze dank.